Wetsvoorstel Erfgoedwet
Reactie
Naam
|
Vereniging "De Motorsleepboot" (Voorzitter M.M.J Van der Molen)
|
Plaats
|
Driehuis
|
Datum
|
13 juli 2014
|
Vraag1
Wat vindt u van de algemene uitgangspunten van de wet zoals in paragraaf 1.3 van de toelichting zijn geformuleerd?
Het is mijns inziens een gemiste kans het mobiele erfgoed geen wettelijke status te geven, door dit te laten zoals het was, is in de toekomst altijd een nadeel voor zowel belanghebbende asl overheid.
Elle keer zal het weer omdezelfde dsicussiepunten gaan die niet zijn duidelijk wettelijk zijn vastgelegd.
Dit omdat de belanghebbenden een emotionele benadering hebben , die zich dus altijd benadeeld zullen voelen en mischien wel zijn.
Vraag2
Wat vindt u van de bepaling dat overheden deskundigenadvies moeten inwinnen alvorens over te gaan tot het vervreemden van een cultuurgoed of (deel)collectie van hoge kwaliteit?
Op zich een juiste benadering, maar net als in vorige antwoordt is cultturgoed een grotendeels emotionele waardering, en de vraag is of een "deskundige " , niet een te praktische benadering heeft, in een grotendeels emotioneel vraagstuk.
dus moet mischien deze beslissing maar voor een deel door een deskundige gedaan worden
Vraag3
Hoe beoordeelt u de verandering waarmee de zorg voor de rijkscollectie en de financiering van de kosten voor het beheer van de rijkscollectie op structurele wijze wettelijk worden vastgelegd?
Dit is te lastig om te overzien voor een leek in staats financiering
Vraag4
Wat vindt u van het voorstel om de minister van OCW te verplichten om cultuurgoederen en (deel)collecties van hoge kwaliteit voor de rijkscollectie te aanvaarden als de eigenaar deze kosteloos wenst over te dragen aan de Staat?
Dit is een op zich te te waarderen uitgansg punt maar er dient een onstnappingsprocedure te zijn , indien het erfgoed nu of in de toekomst een niet te behappen financiele inspanning zal zijn .
Denk bijvoorbeeld aan de SS Rotterdam mocht die erkend worden asl erfgoed en aan de staat geschonken wordt, met asl gevolg een niet aanvaardbare kostenpost voor de staat
Vraag5
De Erfgoedwet beoogt andere partijen dan de Staat, zoals bijvoorbeeld musea, beter in staat te stellen om zich te melden als mogelijke koper van een beschermd cultuurgoed dat naar het buitenland dreigt te verdwijnen. In welke mate denkt u dat dit ertoe bijdraagt dat beschermd cultuurgoed voor Nederland wordt behouden?
Dit lijkt me een juist uitgangspunt omdat er musea gespecialiseerd zijn in bepaalde vormen van erfgoed, en daarom , het erfgoed beter tot zijn recht komt, cq beheert wordt
Vraag6
In welke mate denkt u dat het invoeren van een stelsel voor wettelijk geregelde certificering in de archeologie leidt tot de verbetering van de kwaliteit van archeologisch onderzoek?
certfificering geeft ws een bepaalde mate van kennis aan , maar evenzo goed , is het geen garantie tot kwalitiet.
De drang naar regelgeving werkt vaak averechts, zeker in dit geval omdat hier vaak mensen vanuit hobby of belangstelling mee bezig zijn.
en geen behoefte hebben aan certificering, maar door een inzet zeer veel goeds verrichten,
certificering zal ws een belangrijke groep afschrikken enlaten afvallen wat vrij zeker een groot gemis zal zijn
Vraag7
Wat vindt u van de wijze waarop handhaving en toezicht op beheerders van museale cultuurgoederen wordt georganiseerd en geharmoniseerd?
Niet genoeg inzicht in, lijkt vanaf zijkant afdoende
Vraag8
Wilt u nog op andere onderdelen van dit wetsvoorstel reageren?
Zoals eerder genoemd een gemiste kans dat mobiel erfgoed, zoals schepen , auto's etc. niet een wettelijke status krijgen die de belangen behartigd en vastlegd voor de toekomst.
Voorbeeld is de watersport , in somige steden zijn oude autos verboden terwijl percentage bijdrage luchtvervuiling nihil is, en zichzelf mettertijd oplost omdat oude autos na verloop van tijd niet meer dagelijks gebruikt worden
Dit kan ook voor klassieke schepen gaan gelden, die met bijvoorbeeld een unieke nog in werking zijnde motor uit 1920 niet meer in steden mogen komen ( zou alleen voor Sail Amsterdam al problemen geven waarbij de publiekstrekkers allemaal oud zijn)