Evaluatiewet Wvggz en Wzd

Reactie

Naam Amarant (FS Ceyhan- de Weijer)
Plaats Tilburg
Datum 27 maart 2025

Vraag3

Wet zorg en dwang

Voorwaardelijke machtiging jongvolwassenen
In paragraaf 2.3a van de Wzd wordt de procedure van de voorlopige machtiging geregeld. Een voorwaardelijke machtiging kan alleen worden verleend in aansluiting op de verlening van jeugdhulp als bedoeld in de Jeugdwet en heeft betrekking op personen van 18 jaar tot 23 jaar.
1. Heeft u er behoefte aan dat de voorwaardelijke machtiging wordt losgekoppeld van de verlening van jeugdhulp en betrekking heeft op cliënten vanaf 18 jaar? Kunt u dit toelichten?
2. Denkt u dat u meer gebruik van de voorlopige machtiging zal maken als de voorwaardelijke machtiging wordt losgekoppeld van de verlening van jeugdhulp en betrekking heeft op cliënten vanaf 18 jaar? Kunt u dit toelichten?

Niet gerelateerd aan de crisismaatregel, maar wel aan GGZ-W profielen in het algemeen. Het betreft cliënten met een Wlz GGZ-W indicatie waarbij sprake is van een psychiatrische grondslag (GGZ op de voorgrond). Binnen de gehandicaptenzorg ontstaat er dan een knelpunt op het moment dat er onvrijwillige zorg ingezet moet worden, dit zou dan moeten plaatsvinden o.b.v. de WvGGZ waar we als VG-instelling niet aan kunnen voldoen omdat wij bij onvrijwillige zorg uitsluitend kunnen en mogen handelen o.b.v. de WZD (een reikwijdte verklaring is niet altijd mogelijk). Nadelige gevolgen hiervan kunnen zijn: dat er handelingsverlegenheid ontstaat omdat onvrijwillige zorg niet ingezet kan worden. Wordt dit wel gedaan, dan lopen we de volgende risico's: onze behandelaren kunnen aangesproken worden op het onterecht toepassen van onvrijwillige zorg o.b.v. het wettelijk kader en hiervoor verantwoordelijk af moeten leggen bij het tuchtcollege. Dit risico willen gedragskundige (meestal) niet nemen. Daarnaast lopen we nog een financieel bedrijfsrisico op boetes en schadevergoedingen op het moment dat we aangeklaagd worden door een cliënt. Een rechter en advocaat moeten zich houden aan de wet en in dat geval wordt de VG instelling in het ongelijk gesteld. Onze ervaring is ook dat als een cliënt dit doet, dat er meerdere volgen. Deze risico's maken dat we zien dat er binnen de gehandicaptenzorg een terugtrekkende beweging is in het aanbieden van zorg en behandeling aan GGZ-W profielen.
Eerder heeft VWS toegezegd te werken aan een vangnetclausule, waarbij de uitvoer van zorg en eventuele onvrijwillige zorg plaatsvindt op basis van de wet- en regelgeving die geldt binnen de organisatie. Deze ontwikkelingen laten lang op zich wachten en daarom willen we vragen of voor dit grote maatschappelijke knelpunt niet middels een tussentijdse aanpassing in de wetgeving een oplossing gevonden kan worden.