Wetsvoorstel aanscherping eisen examencommissies mbo
Reactie
Naam
|
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (A Rüsing)
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
5 augustus 2015
|
Vraag1
Wat vindt u van de taken die het bevoegd gezag krijgt voor de instelling, benoeming en samenstelling van de examencommissie (artikel 7.4.5)?
Wij vinden het een goede zaak dat het bevoegd gezag er zorg voor moet dragen dat de examencommissies onafhankelijk en deskundig zijn en dat zij hier ook actief op kunnen worden aangesproken.
Vraag2
Wat vindt u van de taken en bevoegdheden die de examencommissies krijgen (artikel 7.4.5a)?
Wij kunnen ons vinden in de omschrijving van de meeste taken en bevoegdheden die worden toegeschreven aan de examencommissie. Met name de taak om een instellingsverklaring af te geven aan studenten die zonder diploma de opleiding verlaten is wat ons betreft een belangrijke toevoeging. Wij zullen hier bij vraag 3 uitgebreider op ingaan.
Wij zijn echter niet overtuigd van de nieuwe rol van de examencommissie in het geval van fraude van studenten. De formulering van deze taak is in onze ogen nu wel erg vrijblijvend. Wij zijn in de veronderstelling dat een CvB het advies van een examencommissie hierin zeer serieus zal nemen, maar als dat zelfs uitschrijving tot gevolg kan hebben vinden wij enige omschrijving van een dergelijke procedure wenselijk. Hoe bepaalt een examencommissie de ernst van de fraude? Hoe motiveert zij het advies aan het CvB? Wij zouden graag zien dat dergelijke zaken ergens worden uitgeschreven en dat dergelijke maatregelen ook inzichtelijk zijn voor studenten.
Vraag3
Wat vindt u van de verplichting betreffende de instellingsverklaring in het middelbaar beroepsonderwijs (artikel 7.4.6a)? (Het voortgezet en hoger onderwijs kennen al een dergelijke verplichting.)
Wij zijn blij met deze verplichting. Studenten die voortijdig met hun opleiding hebben moeten stoppen kunnen nu vaak moeilijk laten zien welke onderdelen zij wel met een voldoende hebben afgesloten. Terwijl eventuele werkgevers hier wel naar vragen, net als instellingen als zij later alsnog besluiten hun opleiding af te maken of een andere opleiding willen volgen. Het afgeven van een dergelijke instellingsverklaring biedt hierbij uitkomst, voor de student maar ook voor de intakers en de examencommissie die is belast met de taak van het verlenen van mogelijke vrijstellingen.
Mede hierom zijn wij teleurgesteld dat is besloten om geen model instellingsverklaring vast te stellen. Blijkbaar zijn er zorgen of de verklaring verward zou kunnen worden met een diploma. Ons inziens voorkomt een landelijk vastgesteld model juist dat er verwarring ontstaat over de waarde van een dergelijk document, omdat het document er bij iedereen hetzelfde uit ziet. Verschillende documenten vergroten de kans op vergissingen.
Een eenduidige document maakt het daarnaast makkelijker voor examencommissies om te beoordelen of een vrijstelling kan worden afgegeven. Als iedere instelling zelf een verklaring op kan stellen zal dit juist leiden tot puzzelwerk voor examencommissies en intakers om te achterhalen wat een toekomstig student wel en niet beheerst, met als mogelijk gevolg dat studenten onterecht vakken opnieuw moeten doen en zo langer dan nodig over hun opleiding doen.
Wij willen het ministerie dan ook verzoeken om toch een model instellingsverklaring vast te stellen.
Vraag4
Hebt u overige opmerkingen ten aanzien van het concept wetsvoorstel?
Wij missen in dit voorstel voor wetswijziging handvatten om de kwaliteit van de examencommissies te verhogen. In het rapport van de Onderwijsinspectie, De staat van het onderwijs 2013-2014, werd aangegeven dat de kwaliteit van examens niet overal op orde is en dat examencommissies niet overal goed functioneren. Het voorstel in deze internetconsultatie gaat ons inziens niet in op dit probleem. Wij missen voorstellen die de kwaliteit van de examencommissies concreet omhoog dienen te brengen. Zo vragen wij ons af of het schrijven van een verslag over de werkzaamheden zal leiden tot meer kwaliteit, het kan ook juist betekenen dat het verslag op zich een doel wordt en afleidt van de daadwerkelijke taak van de examencommissie. Borging van examenkwaliteit behoort wat ons betreft tot hun belangrijkste taken, juist daarom zouden wij graag zien dat de wet op dit punt meer sturing geeft.
Onder de huidige taken van de examencommissie valt daarnaast dat zij dienen vast te stellen of de deelnemer voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een diploma. In het afgelopen schooljaar is gebleken dat op verschillende instellingen fouten zijn gemaakt op dit punt met betrekking tot de centrale exameneisen. Door de complexe regelgeving kwamen examencommissies er te laat achter dat studenten niet voldeden aan de zak- en slaagverplichting, waardoor geen diploma kon worden afgegeven. Dit werd echter pas ontdekt vlak voor de (al geplande) diplomauitreiking, waardoor het praktisch onmogelijk was om het probleem nog te verhelpen. Dit leidt tot studievertraging, maar vooral ook tot problemen voor studenten die zijn ingeschreven op een hbo-opleiding die start in september.
Wij zouden graag zien dat er op dit punt een toevoeging wordt opgenomen dat de examencommissie gedurende het diplomeringsjaar onderzoekt hoe studenten ervoor staan, zodat er nog tijd is om dergelijke fouten te herstellen (dmv het plannen van een herkansing binnen het schooljaar).