Wetsvoorstel aanscherping eisen examencommissies mbo

Reactie

Naam MBO Raad (N Lafeber)
Plaats Woerden
Datum 11 augustus 2015

Vraag1

Wat vindt u van de taken die het bevoegd gezag krijgt voor de instelling, benoeming en samenstelling van de examencommissie (artikel 7.4.5)?
Reactie MBO Raad:
In de voorgenomen wetswijziging staat (Artikel 7.4.5, onderdeel 8): “Leden van het college van bestuur en personen die anderszins financiële verantwoordelijkheid dragen binnen de instelling worden niet benoemd tot lid van de examencommissie. Het bevoegd gezag kan afwijken van de eerste volzin indien de omvang van de instelling ertoe leidt dat niet aan deze voorwaarde kan worden voldaan”. Dit artikel doet geen recht aan de verworvenheden binnen het mbo, waarbij juist managers en leden van college van bestuur door deelname aan de examencommissie zichtbaar hun verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van examinering. Uitgebreid onderzoek door IVA Onderwijs naar dit onderwerp heeft aangetoond dat voor een onafhankelijke positionering en handelen het niet noodzakelijk is personen met financiële verantwoordelijk uit te sluiten van de examencommissie. Zij kunnen juist – om verschillende redenen – een positieve bijdrage leveren doordat zij in staat om middelen in te zetten, te faciliteren en te sturen. Zie Onderzoeksrapport ‘De kracht van de examencommissie’.
Ook de inspectie geeft in het laatste onderwijsverslag niet het advies personen met financiële verantwoordelijk uit te sluiten van de examencommissie. Maar geeft in een open formulering aan: “Om het onafhankelijke karakter en de professionaliteit van de examencommissie beter te kunnen borgen, is een heldere organisatorische inbedding in de onderwijsorganisatie nodig”.

nb. zie ook de bijlage.

Vraag2

Wat vindt u van de taken en bevoegdheden die de examencommissies krijgen (artikel 7.4.5a)?
Reactie MBO Raad:
In de voorgenomen wetgeving is duidelijk de lijn gekozen om niet alleen het wat, maar voornamelijk het hoe vast te leggen. Dit is ook bij dit artikel zichtbaar. Het grootste deel van de beschreven taken en bevoegdheden van examencommissies sluit aan bij de staande praktijk en wordt hiermee geformaliseerd waarmee de mbo-scholen minder ruimte hebben om zelf invulling te geven aan kwaliteitsborging van examinering. Bezwaarlijk is dat dit op het niveau van de wet gebeurt in plaats van op een lager niveau van regelgeving.

nb. zie ook de bijlage.

Vraag3

Wat vindt u van de verplichting betreffende de instellingsverklaring in het middelbaar beroepsonderwijs (artikel 7.4.6a)? (Het voortgezet en hoger onderwijs kennen al een dergelijke verplichting.)
Reactie MBO Raad:
Wij signaleren dat het artikel rondom de instellingsverklaring een bevestiging en nadere formalisering is van de ‘schoolverklaring’, zoals deze in de huidige memorie van toelichting bij de WEB wordt genoemd en door mbo-scholen wordt toegepast. Nieuw is dat nu formeel wordt geregeld dat een student recht heeft op een instellingsverklaring wanneer hij/zij daarom vraagt. Dit sluit aan bij de huidige praktijk waarbij studenten nu ook al desgevraagd een schoolverklaring ontvangen. De instellingsverklaring maakt het voor examencommissies eenvoudiger om – in het geval een student tussen instelling switcht – te beoordelen of hij/zij in aanmerking komt voor vrijstellingen. Echter, het artikel geeft geen formatvereisten voor de instellingsverklaring. Dit betekent dat een student dus niet automatisch recht heeft op vrijstellingen. Het is aan iedere examencommissie om zorgvuldig te beoordelen in hoeverre de behaalde onderdelen in de instellingsverklaring recht geven op vrijstelling en aansluiten bij de examenonderdelen van de opleiding. Als deze interpretatie klopt, zijn we het eens met het artikel. We vragen daarom aandacht voor een zo helder mogelijke toelichting bij dit artikel.

nb. zie ook de bijlage.

Vraag4

Hebt u overige opmerkingen ten aanzien van het concept wetsvoorstel?
Reactie MBO Raad:
Gezien het belang van de voorgenomen wetswijziging en de impact die deze op de examenorganisatie binnen de mbo-scholen zal hebben, is het spijtig te zien dat de internetconsulatie midden in de vakantieperiode valt, waardoor een groot deel van de mbo-scholen onvoldoende mogelijkheid heeft zelf te reageren op de voornemens. Om deze reden hebben we ervoor gekozen om ook als MBO Raad te reageren.

Bijlage