Wetsvoorstel aanscherping eisen examencommissies mbo
Reactie
Naam
|
Gilde Opleidingen (drs. C.T.F. Haans)
|
Plaats
|
Roermond
|
Datum
|
16 juli 2015
|
Vraag1
Wat vindt u van de taken die het bevoegd gezag krijgt voor de instelling, benoeming en samenstelling van de examencommissie (artikel 7.4.5)?
Vanaf lid 3 betreft het enerzijds een vernieuwing of aanscherping, anderzijds een zeer concrete invulling van de gewenste aanscherping. Lid 5 wordt wel zeer specifiek/operationeel: toetsen van deskundigheid van een potentieel lid, kan ook zonder de (overige) leden van de examencommissie ‘te horen’. Lid 4 zou moeten volstaan wat betreft de toetsing van deskundigheden. Het is aan het bevoegd gezag om die toetsing te realiseren.
M.b.t. lid 8 wekt het volgende verwondering: “Leden van het college van bestuur en personen die anderszins financiële verantwoordelijkheid dragen binnen de instelling worden niet benoemd tot lid van de examencommissie. Het bevoegd gezag kan afwijken van de eerste volzin indien de omvang van de instelling ertoe leidt dat niet aan deze voorwaarde kan worden voldaan”. Deze strikte ‘ontkoppeling’ van lijnverantwoordelijkheid versus verantwoordelijkheid voor examinering en diplomabesluit naar analogie van het hoger onderwijs, is niet in lijn met eerdere intentie uitspraken bij o.a. Leg-uit bijeenkomsten (ministerie OCW, Servicepunt Examinering MBO): onafhankelijkheid van de examencommissie is ook op andere wijzen te borgen. Tevens zou dit een grote extra inspanning van de mbo-instellingen vragen in het huidige tijdsbestek: het management heeft bij veel mbo-instellingen thans zitting in een examencommissie en heeft deskundigheid opgebouwd. Voorafgaand aan de installatie van de examencommissies ‘nieuwe stijl’, dus vóór 1 augustus 2017, moeten (potentiële) commissies de benodigde deskundigheden (opnieuw) opbouwen.
Bovendien geldt het volgende: wanneer het management integrale verantwoordelijkheid is toegekend, zou de verantwoordelijkheid m.b.t. examinering hieraan verbonden moeten zijn (governance).
Vraag2
Wat vindt u van de taken en bevoegdheden die de examencommissies krijgen (artikel 7.4.5a)?
Een prima bekrachtiging van hetgeen de facto al elders was neergelegd (o.a. Procesarchitectuur Examinering en Toezichtkader bve).
Vraag3
Wat vindt u van de verplichting betreffende de instellingsverklaring in het middelbaar beroepsonderwijs (artikel 7.4.6a)? (Het voortgezet en hoger onderwijs kennen al een dergelijke verplichting.)
Prima, zeker ook vanuit de optiek van de deelnemer.
Vraag4
Hebt u overige opmerkingen ten aanzien van het concept wetsvoorstel?
Neen.
Bijlage