actualisatie van bijlage D - excretieforfaits
Reactie
Naam
|
Vof de Broekhof (L Broek)
|
Plaats
|
Witharen
|
Datum
|
12 augustus 2019
|
Vraag1
Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
De mogelijke aanpassing per 1 januari 2020 van de excretienormen zijn niet berust op onderzoeken die in praktijk worden uitgevoerd maar op basis van theoretische modellen. Een hoog productie koe zal veel efficiënter omgaan met stikstof en fosfaat dan een laag productieve koe. Op dit moment moeten bedrijven met een hoog producerende veestapel al zoveel mest afvoeren om de mestboekhouding kloppend te krijgen, dat hun eigen percelen niet eens bemest kunnen worden zoals het mag. Dit betekent dat de koeien in praktijk minder kg N en P2o5 produceren dan op papier. Het kan niet zo wezen dat de tabellen weer worden aangepast dat de theorie en praktijk nog verder uit elkaar komen te liggen. Laat er eerst eens gekeken worden naar wat koeien daadwerkelijk produceren in plaats van zomaar wat aan te nemen en een tabel door te trekken!!!!
Betreft de aanpassing van de fosfaattabellen. Het doortrekken van de normen boven de 10.600 kg melk is maar zo bedacht.
In praktijk worden bedrijven die boven deze norm zit aan 2 kanten gepakt. Enerzijds moet er meer mest afgevoerd worden die er helemaal niet is, anderzijds moeten er weer koeien worden ingeleverd omdat er in theorie meer fosfaat geproduceerd wordt.
Voorstel: Voordat er nieuwe mestexcretienormen bedacht worden is het niet meer dan logisch dat er ook onderzoek gedaan wordt naar de daadwerkelijke mestproductie i.p.v zomaar een tabel door te trekken( in het buitenland worden er met normen gerekend die dichter bij de werkelijkheid zitten).