actualisatie van bijlage D - excretieforfaits
Reactie
Naam
|
Broos A.J.F.G. (A.J.F.G. Broos)
|
Plaats
|
SCHIJF
|
Datum
|
13 augustus 2019
|
Vraag1
Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Geachte beleidsmakers,
Allereerst wil ik mijn ongenoegen uiten over het feit dat men voor de zoveelste maal de spelregels wijzigt tijdens het spel. Het zou beter zijn dat de lopende zaken eerst worden afgewerkt.
Ik heb bezwaar tegen de regel dat je een koe 12 maanden moet melken voordat deze op code 120 kan. Wanneer een koe zwak ter been is en niet door de melkstal kan, en dus ook niet naar het slachthuis, ben je haast gedwongen deze te euthanaseren voor Rendac. Dit terwijl een half jaar vetweiden een goede waardevolle slachtkoe kan opleveren. Tevens kun je afgemolken koeien niet tot waarde brengen.
Ik heb ook bezwaar tegen de nieuwe code 103. Hierdoor hebben wij extra fosfaatrechten nodig die we bij invoering niet hebben gekregen.
Verder stel ik de betrouwbaarheid van de excretieforfaits in vraag, deze zijn nog steeds aanzienlijk hoger dan in de Belgische tabellen. Ik ben van mening dat de tabellen moeten aansluiten bij het voedingspatroon van de koe. Het is bekend dat een koe die snijmais en gras eet een lagere excretie heeft dan een koe die overwegend gras eet.
Afschaffing van de melkquotering om deze vervolgens na 3 maanden te herintroduceren in een heel ingewikkeld systeem is uitgelopen op een drama voor mens en dier!