actualisatie van bijlage D - excretieforfaits

Reactie

Naam Veehouderij en Veehandel Coenen vof (DHR RT Coenen)
Plaats Groesbeek
Datum 14 augustus 2019

Vraag1

Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Naar aanleiding van de voorgestelde wijziging van de Excretieforfaits per 1-1-2020 doen wij hierbij
een dringende beroep op u om de huidige normen te handhaven en in overleg met de ondernemers uit
de Nederlandse vleesveesector te komen tot het opstellen van aparte diercategorieën voor niet melk leverende bedrijven, met bijbehorende excretieforfaits welke aansluiten bij de praktijk.
Vrouwelijk vee dat uitsluitend wordt gehouden voor de slacht heeft in de nieuwe tabel geen eigen
categorie meer. De voorgestelde excretienormen in andere diercategorieën is veel te hoog en niet in
overeenstemming met de daadwerkelijke mestproductie van deze koeien, volgens de huidige excretienormen produceert het dier 9.7 kg fosfaat per jaar. Per 1 januari van het komende jaar gaan dezelfde dieren ineens 21.7 kg fosfaat produceren. Het kan niet kloppen dat een dier ineens twee keer zoveel mest / fosfaat gaat produceren.
Kijk naar de verschillende diercategorieën en vorm hier de specifieke normen naar, hierdoor kan elk bedrijf gericht en specifiek omgaan met de dierexcreties.
Ook zal het niet de bedoeling zijn dat veehouders afgekalfde koeien een jaar moeten houden. Met de nieuwe regels voor code 120 komen veel ondernemers in de knel. De nieuwe regel geeft aan dat de betreffende koeien pas op code 120 mogen staan als ze minimaal meer dan een jaar geleden hebben gekalfd. In de praktijk geeft dit problemen. Zo zijn er koeien die na het kalven slecht starten en/ of ziek worden. Ook zijn er dieren die helemaal geen melk geven,
de veehouder wil ze kwijt en de veehandelaar mag ze niet hebben ivm met het feit dat deze dieren nog op code 100 moeten blijven staan.
Bovendien kan er uit worden opgemaakt dat ook vleesveehouders die melkkoeien mesten fosfaatrechten nodig zullen gaan hebben om deze koeien te mogen houden. Dat kan volgens ons niet de bedoeling zijn!
Een vrijstelling voor vleesveehouders op de toepassing van de 12 maanden regel, biedt daartoe de oplossing.