actualisatie van bijlage D - excretieforfaits
Reactie
Naam
|
BakkerBio (JW Bakker)
|
Plaats
|
Munnekezijl
|
Datum
|
11 augustus 2019
|
Vraag1
Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Zienswijze aangaande excretie forfaits,
Geachte mevrouw Schouten,
Elk agrarisch bedrijf in Nederland is een uniek bedrijf, met gedreven ondernemers die een visie hebben in de voortgang van hun bedrijfsvoering. Dat dit door constante wijzigingen in het overheidsbeleid een moeilijke opgave is, is inmiddels meer een feit dan een grote ergernis.
In ons doel om ons bedrijf toekomstbestendig te maken, hebben wij een biologisch gemengd bedrijf met akkerbouw, groenteteelt en vleesveehouderij opgebouwd. Alle takken staan ten dienste van elkaar en in dienst van elkaar. Je zou dit kringlooplandbouw kunnen noemen, iets wat u moet aanspreken.
Echter door wijzigingen in de excretieforfaits (code 122) en veranderingen en de beschrijving van en toevoeging van diercodes, wordt het voor een akkerbouw/groente teelt bedrijf steeds moeilijker om vee te houden. Inmiddels is het mest-boekhoudkundig aantrekkelijker om geen vee meer te houden, het geteelde bijproduct veevoer af te voeren en de mest aan te voeren. Let wel, het vee leeft van de reststromen van de akkerbouw en groente tak en begraasd een natuurgebied.
Uw voorgestelde veranderingen in de excretieforfaits schieten dan ook duidelijk het doel voorbij tot een landbouw waarin de kringloop centraal staat en waarin de consument de landbouw herkent als producent van zijn of haar voeding.