actualisatie van bijlage D - excretieforfaits
Reactie
Naam
|
melkveebedrijf van Berkum (S.M. van Berkum)
|
Plaats
|
Elahuizen
|
Datum
|
13 augustus 2019
|
Vraag1
Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Geachte Dames en Heren,
Er is o.a. namens ons al op 12 augustus een reactie ingestuurd door Mr.E Wijnne van advocaten kantoor Benthem Gratema.
Toch heb ik de behoefte om na het lezen van het antwoord van minister Carola Schouten op Kamervragen omtrent de rekenregels die de commissie van deskundigen meststoffenwet heeft gebruikt.
Mijn grote verontwaardiging gaat over de opmerking van de minister op pagina 1.
Hier stelt de minister :Dat de actualisatie van tijd tot tijd nodig omdat diverse factoren zoals de voersamenstelling en de houderij van de dieren aan verandering onderhevig zijn.
Bij een actualisatie worden de forfaits waar nodig op basis van wetenschappelijk advies aangepast opdat zij de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderen.
Nou ben ik het daar helemaal mee eens maar wat de commissie gedaan heeft is alleen bij de gemiddelde Nederlandse productie het forfait uitgerekend.
Bij het maken van de tabel is verder uitgegaan van de berekening volgens de door de minister genoemde formule p2o5=(gemiddelde p2o5 excretie)+(1.0029xmelkproduktie-gem melkproduktie)
Deze formule stamt echter uit het rapport van de commissie Tamminga uit 2004 en is dus helemaal niet geactualiseerd.
Dit is ook de oorzaak dat de nieuwe tabel de werkelijke excretie helemaal niet benadert met name voor bedrijven met producties die ver boven de gemiddelde productie zitten.
Graag verwijs ik naar onze eerdere reactie.
Met vriendelijke groeten,
Siemen van Berkum
Elahuizen