actualisatie van bijlage D - excretieforfaits

Reactie

Naam Eikelenboom VOF (H. Eikelenboom)
Plaats Rijnsaterwoude
Datum 13 augustus 2019

Vraag1

Op alle onderdelen van de wijzigingsregeling kan een reactie worden gegeven.
Om de eerder genoemde reacties kracht bij te zetten een 4 tal uiteenzettingen over de fosfaat excretieforfaits per melkkoe:
1. De fosfaatexcretie gaat lineair omhoog naarmate de productie stijgt. Hierbij is geen rekening gehouden met het efficiënter worden van melkkoeien als de productie stijgt. Hoe verder van het gemiddelde hoe minder de tabel in de praktijk klopt. Bedrijven boven de 10.000 kg melk per koe hebben via de BEX/kringloopwijzer altijd een voordeel van 5% tot 15%. Adviseurs beamen dit als er gerekend wordt voor bedrijven met een dergelijke productie per koe. (Deze bedrijven hebben elk jaar mest tekort omdat de koeien deze hoeveelheden niet produceren. Vaak moeten ze wel afvoeren waardoor ze minder op eigen land kunnen brengen.)
2. De gemiddelde hoeveelheid P is volgens de onderzoeken van de GD 1,14 gram per kg melk. Er wordt tot op heden met een gemiddelde van 0,97 gram gerekend. Dit verschil van 0,17 gram zou voor een melkkoe van 9000 kg melk 1,53 kg P zijn en dus 3,5 kg P2O5. Dit maakt dat de werkelijke excretie via de mest dus 3,5 kg lager moet zijn.
3. De huidige tabel zou gelden tot 2021. Hier hebben we strategische beslissingen op gemaakt….
4. Bedrijven die een gemiddelde productie in 2015 boven of onder de tabel hadden zouden nu gecorrigeerd moeten worden in fosfaatrechten volgens de nieuwe tabel. Zij hebben onevenredig teveel of te weinig fosfaatrechten gekregen. Deze veranderingen zijn niet te herleiden naar het actualiseren van de voeding en management van melkkoeien.