Experiment Kwalificatiestructuur: Ruimte voor de Regio

Reactie

Naam ActiZ (Drs m snellen)
Plaats Utrecht
Datum 28 februari 2018

Vraag1

Herkent u zich in de doelen van het experiment, te weten het versterken van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het vergroten van het eigenaarschap voor het onderwijs bij docententeams?
Ook wij willen een responsieve kwalificatiestructuur en een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Zowel vanuit het ZorgPact als vanuit het S-BB, sectorkamer Zorg, Welzijn en Sport is hierop de afgelopen jaren geïnvesteerd. De kwalificatiestructuur wordt als log ervaren. De knelpunten die het huidige systeem log maken, worden echter niet geadresseerd in de huidige experimentregeling Ruimte in de Regio. Eén voorbeeld hiervan zijn de kwalificaties voor de verzorgende-IG en mbo-verpleegkundige die aangewezen zijn om deel te nemen in de onderhavige regeling. Er is door S-BB onderzoek gedaan in hoeverre alle nieuwe eisen in de zorg terugkomen in de huidige kwalificatiedossiers. Nu dit helder is gemaakt, willen de roc’s vertegenwoordigd in de mbo-raad in het marktsegment Zorg en Welzijn deze aanpassingen niet op korte termijn doorvoeren. Hun argumenten daarvoor: elke aanpassing vraagt om een nieuwe herziening van het totale curriculum én de examens hierbij. Dit kost veel tijd en energie en zou niet zo snel kunnen. Het probleem van een responsieve arbeidsmarkt blijkt daarmee niet te liggen bij de eisen in het kwalificatiedossier die nu wordt losgelaten in de onderhavige regeling Ruimte in de Regio. Het grote knelpunt ligt bij de snelheid en het aanpassingsvermogen van de ROC’s en bijv. de aanpassingen van de vele verantwoordingsdocumenten die zij daarbij onderliggend aan het onderwijs moeten maken. Dat aspect wordt echter niet opgelost, zelfs niet eens geadresseerd in deze regeling Ruimte in de Regio. Knelpunt en oplossing kloppen niet in deze regeling.

Vraag2

Wat vindt u van de in het concept besluit voorgesteld procedure om te komen tot een beroepsopleiding met een regionale specialisatie?
De verwachting is dat dit tot grote problemen zal leiden in de zorgsector. Daarbij verhoudt het zich niet tot wet- en regelgeving vanuit VWS.
Binnen de zorgsector hebben wij te maken met wet- en regelgeving vanuit het ministerie van VWS. Zo hebben wij onder andere te maken met de Wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) Er is vanaf 2014 een traject gaande rondom de Wet BIG voor verpleegkundigen en verzorgenden. Hiervoor zijn beroepsprofielen opgesteld voor verpleegkundigen en verzorgenden-IG en is door het ministerie van VWS een traject opgezet om die profielen op te nemen in de Wet BIG. Eis is dat het kwalificatiedossier voor de mbo-verpleegkundige minstens moet voldoen aan het beroepsprofiel omdat anders de gediplomeerden zich niet kunnen registreren in het BIG-register en daarmee het verpleegkundig beroep niet mogen uitoefenen. S-BB heeft deze analyse gemaakt in opdracht van de sectorkamer.
Omdat de verpleegkundige een helder en duidelijk beroepsprofiel moet hebben dat op elke plaats leidt tot dezelfde veilige zorg en gegarandeerd wordt door inschrijving in het BIG-register, heeft VWS bepaald dat het kwalificatiedossier voor mbo-verpleegkundigen én voor verzorgenden-IG tot een ongedeeld diploma moet leiden. (Profieldelen zijn dus niet toegestaan)
Het nu toestaan van OCW dat voor de mbo-verpleegkundige en de verzorgende-IG regionale kwalificaties mogen ontstaan waarbij tot 40% kan worden afgeweken van de huidige kwalificatiedossiers, staat haaks op de bovenstaande wet- en regelgeving vanuit VWS. Wij maken ons dan ook ernstige zorgen over de gevolgen voor de veiligheid van de zorg én over de studenten die de regionale kwalificatie mbo-verpleegkundige volgen, of zij kunnen worden toegelaten tot het BIG-register en het verpleegkundige beroep mogen gaan uitvoeren.

Vraag3

Voor de nieuwe kwalificatie moet geput worden uit het kwalificatiedossier van de oorspronkelijke kwalificatie, biedt dit volgens u voldoende ruimte om een nieuwe regionale kwalificatie te ontwikkelen?
In de regeling wordt aangegeven dat het landelijke deel bepaald kan worden door twee instellingen met ieder twee werkgevers in het samenwerkingsverband. Daarmee zet OCW een paritaire/tripartiete structuur met een gemandateerde werkgeversvertegenwoordiging binnen S-BB buitenspel om door twee ROC’s en 4 werkgevers te laten bepalen wat het landelijke deel van een opleiding zou moeten inhouden voor beroepen waar ruim 153.000 mbo-verpleegkundigen en ca. 200.000 verzorgenden-IG in Nederland zijn. De gedragenheid van het landelijke deel én het civiele effect van de opleiding is daarmee bij voorbaat onvoldoende geregeld.

Vraag4

Welke kwalificaties zouden volgens u in ieder geval opgenomen moeten worden in de experimenteer-AMvB, met het oog op de doelen van het experiment?
In ieder geval geen zorgopleidingen waar VWS een belangrijke speler in is en zeker geen gereguleerde beroepen in het algemeen.

Vraag5

Komt het regionale aspect van de beroepsopleiding naar uw mening voldoende tot zijn recht in het concept besluit?
In de huidige kwalificatiedossiers wordt voor de zorgopleidingen getracht een hoog abstractieniveau aan te houden om te zorgen dat ze voldoende toekomstbestendig zijn en dat de regio maximale ruimte heeft voor eigen kleuring binnen de genoemde thema’s en onderwerpen. Het onvoldoende sensitief zijn voor de (regionale) ontwikkelingen kan ook op andere wijzen worden verbeterd, waarbij vigerende regelgeving vanuit andere ministeries niet wordt geschaad en waarbij het goede vanuit de huidige kwalificatiestructuur wel wordt behouden, zoals civiel effect en de verantwoordelijkheid van landelijke partijen voor voldoende herkenbaarheid en veiligheid, en het voorkomen van een nieuwe wirwar aan nieuwe kwalificaties.

Bijlage