Experiment Kwalificatiestructuur: Ruimte voor de Regio
Reactie
Naam
|
ROC van Twente (docent restauratie A Evers)
|
Plaats
|
Den Ham
|
Datum
|
25 februari 2018
|
Vraag1
Herkent u zich in de doelen van het experiment, te weten het versterken van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het vergroten van het eigenaarschap voor het onderwijs bij docententeams?
Ja , ik ( Alfred Evers , ROC van Twente, RIBO) heb aan de wieg gestaan om de cross over Technicus Hout en Restauratie goedgekeurd te krijgen, inmiddels al 40 leerlingen.
Vooral het doel dat de leraar eigenaar wordt van zijn eigen opleidingen is zeer van belang.
Op deze manier wordt er enthousiasme, autonomiteit,
innovatiekracht bij de leraar ontwikkeld.
Externe bureau's commerciele bureaus zijn nu teveel eigenaar van de opleidingen, slechte zaak.
Vraag2
Wat vindt u van de in het concept besluit voorgesteld procedure om te komen tot een beroepsopleiding met een regionale specialisatie?
zie boven , op zich prima.
Echter wanneer de kwalificatiedossiers zeer globaal worden geschreven , dan heb je eigenlijk hetzelfde effect.
Immers de docent centraal. Dan kan hijzelf bepalen met het regionale bedrijfsleven wat er moet gebeuren.
De kwalificatie dossiers zijn sowieso te specifiek ingericht. Commerciële bureaus springen hier dan op om te voldoen aan de eisen van die dossiers. Beter is om zeer globale dossiers te maken zodat de leraar zelf kan bepalen uit welke materialen er geput gaat worden.
De leraar moet bepalen wat de inhoud wordt, welke lesstof , welke structuur ( oa didactisch) dit bespaart veel geld. Leraren moeten autonoom , flexibel worden, dit wordt gecreëerd door alle ruimte te krijgen. Vervolgens moet OC&W dan het vertrouwen geven aan de docent dat ze dit zelf kunnen, en dat ze zelf kunnen borgen vanwege die kennis.
Vraag3
Voor de nieuwe kwalificatie moet geput worden uit het kwalificatiedossier van de oorspronkelijke kwalificatie, biedt dit volgens u voldoende ruimte om een nieuwe regionale kwalificatie te ontwikkelen?
Veel meer creatieve kwalificaties om te komen tot technische creatieve beroepen, dus koppelen.
Vraag4
Welke kwalificaties zouden volgens u in ieder geval opgenomen moeten worden in de experimenteer-AMvB, met het oog op de doelen van het experiment?
Kwalificaties die te maken hebben met het worden van een start-up.
De maatschappij heeft behoefte aan start-ups, dus creatief en technisch gaan koppelen.
Hierdoor is het van belang om in de ontwikkeling van deze regeling niet alleen bestaande structuren te vragen wat er moet gebeuren. het gevaar is dan dat er te weinig cross sectoraal wordt ontwikkeld binnen een kwalificatie.
Nieuwe ontwikkelingen vragen om nieuwe inzichten dus nieuw soort mensen vragen hoe het moet. ( ik noem het de "early adapter docenten" betrekken.
Vraag5
Komt het regionale aspect van de beroepsopleiding naar uw mening voldoende tot zijn recht in het concept besluit?
Ik denk het wel, zeker wanneer OC&W nog meer uitgaat in de toekomst van zeer globale kwalificatiedossiers.
Dus dossiers niet meer in beton gieten, zodat de regio juist die ruimte pakt. ( zie de cross over Technicus Hout en Restauratie)
Wanneer OC&W teveel komt met eisen mbt dossiers , zijn instellingen geneigd veel geld uit te geven aan controle en borging, om te voldoen aan die door S-BB en OC&W gestelde eisen. ( allerlei kwaliteitscontroles invoeren, wat geld kost) . Bij vertrouwen en autonomiteit in de leraar is dit niet nodig. Hij bepaalt samen met het bedrijfsleven wat wel en wat niet.