Besluit experiment onderwijszorgarrangementen
Reactie
Naam
|
Samenwerkingsverband Koers VO (B Boshuizen)
|
Plaats
|
Rotterdam e.o.
|
Datum
|
29 november 2021
|
Vraag1
Wat vindt u van het experimenteerbesluit? Wij vragen u specifiek te reageren door mogelijke onjuistheden te benoemen, aanvullingen te doen en praktische voorbeelden te geven.
Wij zijn positief over de ruimere mogelijkheden die met dit voorgenomen besluit gaan ontstaan. Doordat deze regeling vooral gaat over de verruiming van onderwijsregels kan de indruk ontstaan dat de bal vooral bij het onderwijs ligt. Dat lijkt ons niet de bedoeling. Wij willen toewerken naar een onderwijszorgcontinuüm waarbij jongeren onderwijs en zorg krijgen die aansluit op hun behoefte op een plek waar ze zich veilig voelen en kunnen ontwikkelen. Dat kan alleen maar samen (onderwijs en zorg). Voor leerrecht specifieke situaties vraagt dit om een nadere doordenking van een misschien wel een gedeelde zorgplicht, één budget en één simpel cyclisch proces voor de professionals om samen met de jongeren en ouders te doen wat nodig is. Passende randvoorwaarden m.b.t. de huisvesting en het leerlingenvervoer horen hier natuurlijk ook bij. Net als vormen van inkoop die bijdragen aan het opbouwen en in stand houden van samenwerkingsrelaties tussen onderwijs en zorg.
Specifiek stellen wij voor om:
• Ook ruimte te bieden voor een gebundelde aanvraag om in de regio van een samenwerkingsverband meerdere initiatieven mogelijk te maken, dan wel om ook een gemeente en/of een samenwerkingsverband als aanvragende partij voor een experiment te laten optreden.
• Er wordt in het besluit veelal gesproken over een doelgroep. Dit terwijl het vaak ook om zeer specifieke en niet veelvoorkomende situaties gaat voor individuele leerlingen. Geef ook ruimte voor aanbod ten behoeve van oplossingen voor individuele leerlingen waarbij per leerling een andere zorgaanbieder of school betrokken kan zijn.
• De tijd staat niet stil. Om tot passender combinaties van onderwijs en zorg te komen, is onze verwachting dat er voortdurend nieuwe initiatieven zullen ontstaan. Werkende weg zullen we die verder ontwikkelen. Het is van belang dat de ruimte van de regeling niet dichtgeregeld wordt in het aantal van 80 experimenten.
Vraag2
Zijn de vier afwijkingsmogelijkheden die worden gecreëerd in het experimenteerbesluit voor u voldoende om de beoogde doelgroep meer maatwerk te kunnen bieden?
Het zou mooi zijn als er ook meer ruimte komt voor scholen om leerlingen langduriger aan elkaar uit te lenen voor de uitvoering van delen van het onderwijs en/of de ingroeiondersteuning en hiermee nieuwe samenwerkingsconstructies te ontwikkelen. Het is denkbaar om bijv ook de regelgeving m.b.t. een OPDC op te gaan rekken en hiervoor ruimte te geven in dit voorgenomen besluit.
Vraag3
Is de route die wordt gekozen voor vrijgestelde jongeren werkbaar?
Dat zullen we vooral in de praktijk moeten ondervinden. Voor jongeren die vanuit een vrijstelling aan een leerrechtaanpak deel gaan nemen gaat het om een passende school, een passende zorgaanbieder en vooral de combinatie daartussen. Het gaat altijd om specifieke situaties waarbij een samenwerkingsverband een ondersteunende rol kan spelen in de toeleiding.
Vraag4
Wij vragen uw aandacht voor de voorwaarden voor deelname voor de initiatieven. Hoe kijkt u aan tegen de uitvoerbaarheid?
Zie ook de opmerkingen bij punt 1
Er zijn vaak oplossingen nodig voor individuele leerlingen. Om deze oplossingen te kunnen bieden is meer ruimte in wet en regelgeving nodig. Deze individuele leerlingen staan op verschillende scholen ingeschreven en vaak zijn verschillende zorgaanbieders betrokken. Voor deze doelgroep biedt de experimenteerregeling daarom nu te weinig ruimte, terwijl juist hier de nood (ook) hoog is om op creatieve wijze en buiten de huidige kaders goede maatwerk oplossingen voor leerlingen te realiseren.
Daarnaast is het voorstel om ook andere organisatievormen zoals nu bij de proeftuin Goudseplein mogelijk te maken. Hierbij zijn de leerlingen dan formeel ingeschreven bij verschillende scholen en wordt het onderwijs dan wel de ingroeiondersteuning op de proeftuin uitgevoerd door bevoegde leerkrachten van één schoolbestuur. Dit is beter uitvoerbaar o.a. door schaalvoordelen.