herziening strafbaarstelling faillissementsfraude
Reactie
Naam
|
Van den Herik & Verhulst Advocaten NV (mr R.C.M. van Moorsel)
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
24 juli 2013
|
Vraag1
Advies over concept-wetsvoorstel
Zet de partij die wil voordringen, achter in de rij.
De kostenloze methode voor de overheid om faillissementsfraude in te dammen.
De rechtspraak is wisselvallig over de gevolgen van de faillissementspauliana. Soms leidt dat ertoe dat alléén het nadeel van actie wordt opgeheven (wat overigens niet conform 51 Fw is). Dat soort redenaties/uitspraken leidt tot een "niet geschoten altijd mis" mentaliteit en onbedoeld leidt het tot bevordering van fraude.
Fraude kan voor dit soort gevallen - civielrechtelijk - veel effectiever worden aangepakt door te bepalen dat wàt paulianeus ontvangen is, terug te laten vloeien naar de boedel, en vervolgens de vorderingen van deze wederpartij(en) achter te stellen bij de concurrente crediteuren.
Dan staat ineens behoedzaamheid voorop, en niet bevoordeling.
De kosten hiervan zijn beperkt tot de kosten van de wetswijziging: er is geen extra opsporingsapparaat voor nodig. Als de wet de partij die wilde voordringen achter in de rij zet, geeft dit de andere schuldeisers een incentive om de kosten (van de curator en deskundigen) voor te schieten, waardoor er minder een beroep behoeft te worden gedaan op algemene middelen.
Robert van Moorsel, curator