Filmauteurscontractenrecht
Reactie
Naam
|
L. Hakker
|
Plaats
|
Leiderdorp
|
Datum
|
4 april 2014
|
Vraag1
Graag vernemen wij uw reactie op de voorgestelde wijziging.
Door het wijzigingsvoorstel verlies ik het uitsluitende recht om mijn filmmuziek in dat filmwerk openbaar te maken en te verveelvoudigen. In het voorstel wordt bepaald dat de filmproducent hoogstwaarschijnlijk automatisch mijn rechten verkrijgt, zoals het recht om de film te verhuren, openbaar te maken, er ondertitels bij aan te brengen, de film in de bioscoop te (laten) vertonen en op dvd/Blu-ray uit te brengen, tenzij de filmproducent en ik iets anders overeenkomen. Dat laatste zal natuurlijk niet snel gebeuren. Voor het verkrijgen van mijn rechten moet de producent dan aan mij, als auteur van de filmmuziek, een billijke vergoeding betalen. Tot op heden was het zo dat Buma/Stemra deze rechten voor mij exploiteerde (en hiervoor ook door de overheid was aangewezen!). Maar nu moet ik zeer waarschijnlijk zelf de billijke vergoeding onderhandelen. Maar hoe hoog en hoe billijk deze billijke vergoeding zal zijn, ligt enkel en alleen aan de uitkomst van de onderhandeling die ik als auteur voer met de desbetreffende filmproducent. Te verwachten valt dat Buma/Stemra in die onderhandeling niets meer voor mij kan betekenen. Ik sta er dus alleen voor. En daarmee sta ik er in de onderhandeling met de producent zwakker voor. Ik heb nu juist Buma/Stemra uitgekozen om dat als organisatie voor mij te doen. Ik sta ook zwakker omdat mij hier het verbodsrecht wordt ontnomen. Dat betekent dat ik de controle over het gebruik van mijn muziekwerk in het filmwerk kwijt bent. Het is niet langer aan mij om gebruik toe te staan of te verbieden.
Bijlage