Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg

Reactie

Naam Landelijke Huisartsen Vereniging (S Kooij)
Plaats Utrecth
Datum 1 februari 2018

Vraag1

1.“Het Besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg (Bvggz) en de Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Bzd) bevat belangrijke bepalingen die, in aanvulling op de wet, gelden voor het toepassen van dwang buiten een accommodatie. In de toelichting bij beide amvb’s wordt nader uiteengezet wanneer sprake is van zorg buiten een accommodatie en wanneer sprake is van zorg binnen een accommodatie. Op deze manier wordt onder meer voor de zorgaanbieder verder verduidelijkt of de aanvullende eisen voor het toepassen van dwang buiten een accommodatie ook voor hem gelden. Graag horen wij van u of de gegeven toelichting voldoende duidelijkheid schept en of u zich vinden kan in deze afbakening. Met name als u van mening bent dat de toelichting of de afbakening onvoldoende is, vragen wij u om dit te onderbouwen en voorbeelden te geven van situaties waar u mee te maken hebt en waarin het volgens u niet duidelijk is;”
De LHV en InEen zijn van mening dat de afbakening onvoldoende is; onduidelijk blijft hoe de medische zorg thuis georganiseerd moet worden. Uit de wet- en regelgeving kan slechts worden opgemaakt dat de huisarts niet wordt gekwalificeerd als zorgverantwoordelijke dan wel ter zake deskundige arts. Onvrijwillige zorg behoort immers niet tot het deskundigheidsgebied van de huisarts.

Dit betekent dat de huisarts nooit opdracht kan geven voor de toepassing van onvrijwillige zorg, geen toezicht en tussenkomst kan bieden EN dus niet eindverantwoordelijk kan zijn voor de zorg. Ergo, wanneer gekozen wordt voor de toepassing van onvrijwillige zorg, moet het hoofdbehandelaarschap over gaan naar de SO, AVG dan wel psychiater. Alleen zo kan de integraliteit van zorg en patiëntveiligheid geborgd worden. Dit wordt ondersteund door het feit dat niet de Wgbo meer van toepassing is op de zorg maar de Wzd dan wel de Wvggz als de zorg onvrijwillig is.

Gezien de enorme tekorten aan specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten en psychiaters maken wij ons echter ernstig zorgen over de praktische uitvoerbaarheid van onvrijwillige zorg in de thuissituatie. Zo lang deze tekorten niet zijn opgelost en de beschikbaarheid van een SO, AVG en psychiater in de thuissituatie niet 7 x 24 uur gegarandeerd is, lijkt het niet mogelijk deze besluiten over de zorg te implementeren.

Vraag2

2. “De in de wet genoemde vormen van dwangzorg zijn buiten een accommodatie enkel toegestaan voor zover ze in het Besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg (Bvggz) of in het Besluit zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Bzd) zijn aangewezen (en onder de voorwaarden die de wet en het besluit stellen). Fixatie en insluiting, zijn niet aangewezen en kunnen buiten de accommodatie niet – ook niet als ultimum remedium en ook niet kortdurend (bijvoorbeeld ten behoeve van het toedienen van medicatie)– onder dwang worden toegepast.

Kortdurende fixatie
Zou het Bvggz en het Bzd het mogelijk moeten maken om fixatie kortdurend toe te staan ter uitvoering van bepaalde vormen van onvrijwillige zorg? Zo ja, voor welke zorgvormen zou dat moeten gelden? Denk hierbij aan vasthouden van iemand voor het toedienen van medicatie of voor wondverzorging of bijvoorbeeld het vastzetten in een tandartsstoel voor mondzorg? Of het vastzetten op een douchekruk om te kunnen douchen?

Insluiting
Ook voor insluiting bestaat de vraag of deze zorgvorm helemaal verboden moet worden, of dat er gevallen denkbaar zijn waarin dit wel mogelijk moet zijn. Denk aan een cliënt met onvoldoende inzicht in het verkeer die aan een drukke weg woont en steeds naar buiten wil. Als de zorgverlener even de voordeur op slot doet voor momenten waarop hij geen direct zicht op de cliënt heeft of kan hebben, kan behoeft zijn aan deze vorm van insluiten. Moet de wetgever dit in het Bvggz en het Bzd mogelijk maken, en zo ja, onder welke voorwaarden? Zou bijvoorbeeld cameratoezicht voldoende zijn, of moet er altijd iemand aanwezig zijn? Is dat dan een zorgverlener, of kan dat ook een mantelzorger zijn? En moeten alle mogelijke vormen van insluiting (bijvoorbeeld ook afzondering en separatie) buiten de accommodatie mogelijk worden gemaakt zodat de zorgverlener de vorm kan kiezen die het beste bij de cliënt past, of zou insluiten beperkt moeten blijven tot het afsluiten van een woning?

Graag uw reactie. Indien u vindt dat fixatie en insluiting wel mogelijk moeten worden gemaakt in het Bvggz en het Bzd, wilt u dan beschrijven aan welke situaties u denkt, en op welke wijze die zorgvormen mogelijk gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld door het stellen van voorwaarden aan de uitvoering. Daarbij vragen wij met name uw aandacht voor het toezichtaspect.”
De LHV en InEen vinden de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in de thuissituatie ongewenst. Zeker bij de toepassing van Insluiting en Fixatie, an sich al ongewenste maatregelen, is de patiëntveiligheid niet goed te borgen. Alleen als er continu iemand aanwezig is bij de patiënt thuis, kan dit mogelijk geborgd worden.

Vraag3

3. “De in het Bvggz en het Bzd genoemde voorwaarden aan het toepassen van dwangzorg buiten de accommodatie zijn een aanvulling op hetgeen al in de wet is geregeld. Zijn er naar uw mening andere voorwaarden denkbaar en noodzakelijk en zo ja, welke?”
De LHV en InEen zijn van mening dat er onvoldoende waarborgen zijn voor de praktische uitvoerbaarheid van de Wet Zorg en Dwang en Wet Verplichte GGZ in de thuissituatie, waardoor de veiligheid van de patiënt bij de inzet van onvrijwillige zorg onvoldoende is gegarandeerd. LHV en InEen achten de volgende voorwaarden vooral van belang:

• Het hoofdbehandelaarschap voor de patiëntengroepen waarbij onvrijwillige zorg wordt toegepast moet ook in de thuissituatie bij de specialist ouderengeneeskunde/arts verstandelijk beperkten/psychiater liggen, anders is de huisarts als hoofbehandelaar eindverantwoordelijk voor de (medische) zorg en dus ook voor de onvrijwillige zorg;
• De huisarts van de patiënt moet geconsulteerd worden over de mogelijkheden dan wel onmogelijkheden om onvrijwillige zorg toe te passen in de thuissituatie;
• De hoofdbehandelaar (ouderengeneeskunde/arts verstandelijk beperkten/psychiater) moet 24/7 beschikbaar zijn om de veiligheid van de patiënt door toezicht en tussenkomst te garanderen;
• Patiënten moeten onmiddellijk kunnen worden opgenomen indien de situatie hierom vraagt (opschaling).

De voorwaarden voor de veilige toepassing van en toezicht op onvrijwillige zorg in de thuissituatie worden niet afdoende geregeld in de besluiten (Bzd en Bvggz) die nu ter consultatie voorliggen en verdienen een prominente plek in de AMvB.

De LHV en InEen gaan graag met u in gesprek over de AMvB’s en het voorkomen van ongewenste gevolgen van de invoering van de beide wetten op de huisartsenzorg

Bijlage