Gemengd afmeren van schepen die gevaarlijke stoffen vervoeren
Reactie
Naam | Koninklijke Binnenvaart Nederland (A.J. Wingelaar) |
---|---|
Plaats | Zwijndrecht |
Datum | 25 april 2024 |
Vraag1
Hebt u vragen of opmerkingen? U kunt via deze website reageren op:• Art. 6.28 BPR lid 11 t/m lid 17 en lid 19
• Art. 7.07 BPR lid 1 en 2
• de toelichting bij deze artikelen
• alle onderdelen van de regeling en de toelichting
In het nieuwe voorstel veranderd lid 2a van artikel 7.07 niet, maar wordt lid 3 herschreven:
”Onverminderd artikel 6, aanhef en onderdeel i, van het Binnenvaartbesluit, gelden de verboden, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, niet voor de bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën schepen op daarvoor door de bevoegde autoriteit aangewezen ligplaatsen”.
En onder a en b, worden nu zowel de 1-kegelschepen als ook de 2-kegelschepen bedoeld. Maar dan moet er wél een ministeriële regeling komen (voor het aan te wijzen categorieën schepen op daarvoor door de bevoegde autoriteit aanwezen ligplaatsen ……). Voorheen ging dat alleen over 1-kegelschepen.
De sector verwacht dat hiermee een efficiëntere toewijzing van ligplaatsen / wachtplaatsen bewerkstelligd kan worden, waarbij er geen inperking van de veiligheid wordt verwacht. Hier zijn wij groot voorstander van daar er een tekort aan geschikte, en aangewezen, ligplaatsen is op dit moment. Hiermee wordt dan ook recht aangedaan aan andere wetgeving en reglementen waaraan schepen en hun bemanningen moeten houden (o.a. arbeidstijdenbesluit en de daarbijbehorende mogelijkheid om een schip te kunnen afmeren en te voldoen aan maximale vaartijd en minimale rusttijd buiten de vaart).