Wetsvoorstel gerichte bekostiging

Reactie

Vraag1

Ieder kind verdient het best denkbare onderwijs. Zo ontwikkelen leerlingen zich tot zelfbewuste, kansrijke en verantwoordelijke wereldburgers.

Medewerkers en directeuren op de scholen en het bestuur, in samenwerking met de medezeggenschap en andere betrokkenen, maken keuzes om het beste onderwijs te bieden aan de leerlingen. Zij maken beleid om dit gedurende een langere periode uit te kunnen voeren. Hiervoor hebben de scholen medewerkers nodig en een aantal materiele zaken. Om dit te kunnen realiseren zijn middelen nodig. Middelen waarop nu en in de komende jaren kan worden gerekend. Dit vraagt om een basisbekostiging die toereikend en stabiel is; op deze manier kan degelijk beleid en uitvoering plaatsvinden. Daarna kan ook een passende verantwoording plaatsvinden naar de verschillende stakeholders.

Met het wetsvoorstel gerichte bekostiging wordt iets nieuws geïntroduceerd waarmee tijdelijk extra middelen kunnen worden verstrekt. Tevens kunnen er verplichtingen worden opgelegd en is er een terugvorderingsmogelijkheid. Deze bekostiging past niet bij de gewone bekostiging die een school nodig heeft om structureel goed onderwijs te verzorgen.

De gerichte bekostiging kan wél worden ingezet bij extra activiteiten die ook (eenvoudig) zijn aan te wijzen. Als dit dezelfde activiteiten zijn die behoren bij het primaire (onderwijs-)proces is dit niet logisch. Die bekostiging behoort in de gewone bekostiging te worden opgenomen. De gerichte bekostiging kan mogelijk wel worden ingezet bij extra activiteiten om verbeteringen te realiseren bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting of ICT. Uiteraard moet rekening worden gehouden met een passende administratie en verantwoordingslast zodat niet onevenredig veel kosten hoeven te worden gemaakt.