Geschilbeslechting sociaal domein
Reactie
Naam
|
Gemeente Zutphen (M.P. Hagen)
|
Plaats
|
Zutphen
|
Datum
|
1 november 2017
|
Vraag1
Bent u het eens met dit voorstel? Zouden ook geschillen over andere voorzieningen in het sociaal domein dan voorzieningen op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zo een procedure moeten krijgen?
Nee, het mengen in de relatie met private partijen (zorgaanbieders in het kader van de Wmo) is onwenselijk voor een ieder en maakt algemene geschilbeslechting door een rechter (helemaal op het benodigde tempo) onmogelijk. Hier is niemand mee geholpen. Dit geldt ook voor voorzieningen op basis van de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Vergeten wordt dat de rechter altijd het sluitstuk vormt van een relatief korte (bestuurlijke) voorprocedure. Pas bij de rechter ontstaan de ongewenst lange doorlooptijden. Een termijn van zes maanden om een bezwaarprocedure te starten voegt in dat kader ook in het geheel niets toe. In dat kader is juist meer te zeggen voor een laagdrempelige en snel toegankelijke buurtrechter (de vroegere vrederechter of thans een mediator), waar men gemakkelijk en snel in en uit kan lopen voor een juridisch oordeel over een bepaald onderwerp, waarover in het huidige regeerakkoord wordt gesproken, Vanuit de gedachte ‘één gezin, één plan, één aanpak’ uit de Jeugdwet verdient het wel de voorkeur om alle geschillen in het sociaal domein, dus ook die van Jeugd, in één procedure bij een rechter te laten behandelen. Dat kan prima door een buurtrechter, die ook werkzaam is in de buurt en dus weet wat er speelt.
Er worden/zijn blijkbaar al pilots door gemeenten - Prettig contact met de overheid - uitgevoerd waarbij ervaring is/ wordt opgedaan met het voorleggen van een geschil over een voorziening in bezwaar en in beroep in één procedure bij één instantie. Het doel hiervan is om best practices te verzamelen die gemeenten de mogelijkheid te geven te kiezen voor een integrale vorm van geschilbeslechting. Het is van
belang om de resultaten van deze pilots mee te nemen in de verdere vormgeving van de geschilbeslechting.
Aspecten waar naar moet worden gekeken zijn dat: het goed werkt in de praktijk, de onafhankelijkheid voldoende gewaarborgd is, de (administratieve consequenties) te behappen zijn ook voor kleinere
gemeenten, de verantwoordelijken goed en helder zijn belegd etc.
Vraag2
Bent u het eens met het uitgangspunt dat in het voortraject de verschillende bezwaar- en klachtprocedures bij de gemeente en de private (zorg)aanbieder moeten worden vervangen door één voorprocedure bij de gemeente, waarin zowel het handelen van de gemeente als dat van de private (zorg)aanbieders aan de orde kan worden gesteld?
Op zichzelf is het een goed idee om het handelen van gemeenten en aanbieders te behandelen vanuit één loket. Daarmee is het voor een inwoner/ zorgvrager toegankelijker. Maar doe het vanuit een onafhankelijke instantie, bijvoorbeeld de buurtrechter/ mediator, die realistisch wordt gefinancierd en niet door een gemeentelijke instantie die zelf als partij betrokken is bij het geschil. En laat het dus ook van toepassing zijn op jeugdhulp.
Het leidt tot een verzwaring van administratieve lasten voor de gemeenten. Er zal meer werk gedaan moeten worden en dit zal onvermijdelijk leiden tot verschillen tussen gemeenten op het gebied van geschilbeslechting afhankelijk van de mogelijkheid om een uitbreiding van uren/formatie te realiseren. Er dient hiervoor compensatie vanuit het rijk te komen voordat dit überhaupt ter invoering gebracht kan worden.
Gemeenten (regio) en zorgaanbieder hebben een opdrachtgever/opdrachtnemer relatie: in ons contract is geregeld dat als bij de afhandeling van de klacht opdrachtnemer er niet uitkomt met de cliënt opdrachtnemer dan wel cliënt in overleg treedt met opdrachtgever. Opdrachtgever beoordeelt of er een aanvullende onafhankelijke klachtencommissie dient te worden ingeschakeld. De kosten voor het inschakelen van deze onafhankelijke klachtencommissie komen voor rekening van opdrachtnemer. Weliswaar wordt er hiermee niet voldaan aan de één loket gedachte, maar in eerste instantie wordt het probleem wel daar neergelegd, waar het ook moet liggen, namelijk tussen (zorg)aanbieder en (zorg)vrager. Zij moeten er immers uit zien te komen. Het gevaar bestaat anders dat conflicten via de band van de gemeente worden uitgevochten. Dat moet voorkomen worden. Het is dus zaak om te investeren in het voortraject door daar met elkaar het goed gesprek aan te gaan.
Vraag3
Hoe denkt u over het voorstel om de termijn om bezwaren in te dienen bij de gemeente op zes maanden te stellen in plaats van de in het bestuursrecht gebruikelijke termijn van zes weken?
De termijn van 6 maanden is niet werkbaar, noch realistisch. Procedures worden hiermee onnodig opgerekt. Er zou meer gericht moeten worden op effectieve geschilbeslechting, door snel het goede gesprek met de betrokkenen te voeren als er zich problemen voordoen, en minder op procedurele borging. Daarbij treedt het ook deels in de toezichthoudende rol van de gemeenten en bestaat het gevaar dat bij onvoldoende afbakening hetzij dubbel wordt opgetreden hetzij niet wordt opgetreden. Een grens stellen is altijd arbitrair, maar als de zes weken nu op zes maanden wordt gesteld, is het een kwestie van tijd dat de zes maanden weer wordt opgerekt. Vanuit de wens om het voor de burger/ inwoner/ zorgvrager makkelijker te maken is nog niet zo heel lang geleden overal de zes-wekentermijn ingevoerd (denk aan bezwaar, beroep en zienswijze indienen). Het is dan niet slim om daarop nu alweer een uitzondering te maken, omdat dit voor betrokkenen onzekerheid brengt.
Vraag4
Bent u het eens met het uitgangspunt dat, als de burger en de gemeente of de private (zorg)aanbieder er samen niet uitkomen, het gehele geschil aan de orde moet kunnen komen bij de bestuursrechter of ombudsman, of het nu gaat om een besluit van de gemeente, een andere handeling van de gemeente of een handeling van een private (zorg)aanbieder?
Groot risico van afwijkende behandeling door verschillende bestuursrechters en ombudsmannen (denk aan alle lokale ombudsvoorzieningen, naast de Nationale ombudsman) dus een web van net afwijkende uitspraken en oordelen, hetgeen de rechtszekerheid en de duidelijkheid voor de inwoner/ burger/ zorgvrager niet ten goede komt. Eigenlijk moet het idee van de bestuursrechter en de burgerlijke rechter, en wellicht ook de strafrechter als afzonderlijke rechters los gelaten worden. Zoals er in het sociaal domein ook ontschot moet worden, zo zou dat in de rechterlijke macht ook moeten gebeuren. Eén rechter die over alle zaken kan oordelen, zoals nu ook van de gemeenten wordt verlangd dat zij alles kunnen in het sociaal domein en daarbij de één gezin-één plan-één aanpak-gedachte vorm geven.
Een integrale beoordeling zou prettig zijn, Echter zowel het bestuursrecht als het privaat recht spelen hierbij een rol. Het is maar de vraag of dit goed uit elkaar te houden is.
Vraag5
Bent u het ermee eens dat de bestuursrechter bij zijn beoordeling van het gehele geschil dan ook naar nieuwe omstandigheden kijkt en niet alleen naar de omstandigheden ten tijde van het bestreden besluit of de bestreden handeling?
Eens
Vraag6
Wat vindt u van het voorstel om de bestuursrechter extra uitspraakbevoegdheden toe te kennen, zodat hij niet alleen de gemeente, maar ook de private (zorg)aanbieder kan opdragen een handeling te verrichten of na te laten? Wat vindt u van het voorstel de bestuursrechter de bevoegdheid te geven om de private (zorg)aanbieder tot schadevergoeding te veroordelen, los van de gemeente?
Het treden in de contractuele relatie tussen aanbieder/gemeente in het kader van het toekennen van schadevergoedingen/boetes is onverstandig en kan enkel leiden tot rigide en conflictmijdend gedrag van aanbieders.
Het creëren van nieuwe paden/wegen moet per definitie vergezeld gaan van het verwijderen van bestaande paden en mogelijkheden. Anders wordt het een doolhof voor cliënten/inwoners, gemeenten en aanbieders. Feitelijk betreft dit voorstel een overbodige juridisering van het onderwerp, creëert onnodige werklast/werkdruk voor bestuursrechters en veroorzaakt werk voor advocaten (stimuleert ook de ontwikkeling van een claimcultuur).
Met het voorstel om de bestuursrechter extra uitspraakbevoegdheden toe te kennen, schiet je dus juist weer in de ongewenste procedures. Alles staat of valt met vroegtijdig contact tussen gemeente, zorgaanbieder en zorgvrager. Als dat snel en goed wordt opgepakt, wellicht met behulp van een buurtrechter/ mediator, dan blijven er geen zaken meer over voor de (bestuurs-/ burgerlijke) rechter om over te oordelen. En daar moeten we naar toe: geen juridisering, maar luisteren, het probleem oplossen en daarvan leren.
Dit betekent een inmenging in de contractuele afspraken tussen gemeente en zorgaanbieder door een derde. Deze inmenging ondermijnt de positie van de gemeente als opdrachtgever. Daarnaast lopen hier dan ook het privaatrecht en het bestuursrecht door elkaar. Dit is geen gewenste ontwikkeling