Geschilbeslechting sociaal domein

Reactie

Naam Schulinck - A Wolters Kluwer Business (Reactie Schulinck integrale geschilbeslechting G.A. le Noble)
Plaats Venlo
Datum 31 oktober 2017

Vraag1

Bent u het eens met dit voorstel? Zouden ook geschillen over andere voorzieningen in het sociaal domein dan voorzieningen op basis van de Wmo 2015, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening zo een procedure moeten krijgen?
Nee. Voor een zo ingrijpende wijziging van de geschilbeslechting in het sociaal domein als het advies Scheltema voorstaat, wordt onvoldoende onderbouwing gegeven. Zie voor de bijzonderheden onze separate reactie op het advies Scheltema.

Vraag2

Bent u het eens met het uitgangspunt dat in het voortraject de verschillende bezwaar- en klachtprocedures bij de gemeente en de private (zorg)aanbieder moeten worden vervangen door één voorprocedure bij de gemeente, waarin zowel het handelen van de gemeente als dat van de private (zorg)aanbieders aan de orde kan worden gesteld?

Daarmee zijn wij het ten principale niet eens, zie het antwoord op vraag 1. Mocht er ondanks de principiële bezwaren toch een wetsvoorstel komen dat de concretisering van een gemeentelijk besluit door een private (zorg)aanbieder of andere uitvoeringsinstelling direct onder het bereik van één voorprocedure bij de gemeente stelt, dan is dat zeker voor de Participatiewet niet zinvol.

Vraag3

Hoe denkt u over het voorstel om de termijn om bezwaren in te dienen bij de gemeente op zes maanden te stellen in plaats van de in het bestuursrecht gebruikelijke termijn van zes weken?
Dat is ten principale een slecht voorstel, zie het antwoord op vraag 1. Mocht er ondanks de principiële bezwaren toch een wetsvoorstel komen dat de concretisering van een gemeentelijk besluit door een private (zorg)aanbieder (of andere uitvoeringsinstelling) direct onder het bereik van één voorprocedure bij de gemeente stelt, dan nog is een bezwaartermijn van 6 maanden arbitrair. Het handelen van private (zorg)aanbieders kan immers voor zelfs meerdere jaren aan de orde zijn.

Vraag4

Bent u het eens met het uitgangspunt dat, als de burger en de gemeente of de private (zorg)aanbieder er samen niet uitkomen, het gehele geschil aan de orde moet kunnen komen bij de bestuursrechter of ombudsman, of het nu gaat om een besluit van de gemeente, een andere handeling van de gemeente of een handeling van een private (zorg)aanbieder?
Zie het antwoord op vraag 2, waarbij dan voor “één voorprocedure bij de gemeente” moet worden gelezen: toetsing van het volledige geschil door de bestuursrechter. Het uit elkaar trekken van al deze handelingen – besluit van de gemeente, een andere handeling van de gemeente of een handeling van een private (zorg)aanbieder) – die in één voorprocedure bij de gemeente aan de orde zijn geweest, lijkt ons voor de rechter een schier onmogelijke opgave.

Vraag5

Bent u het ermee eens dat de bestuursrechter bij zijn beoordeling van het gehele geschil dan ook naar nieuwe omstandigheden kijkt en niet alleen naar de omstandigheden ten tijde van het bestreden besluit of de bestreden handeling?
De rechter toetst thans het besluit, uitgaande van de feiten die zich voordeden en het rechtsregime dat gold ten tijde van het nemen van het besluit (op bezwaar) (ex tunc). Als de rechter (door dit wetsvoorstel) zijn oordeel over de rechtmatigheid mag baseren op omstandigheden van na het besluit, dan brengt dat mee dat in eerste instantie rechtmatige besluiten toch onrechtmatig kunnen blijken. Op zichzelf is het niet bezwaarlijk dat de bestuursrechter de gemeente wegens omstandigheden van na het besluit (waarmee de gemeente ten tijde van het nemen van het besluit geen rekening kon houden) in het ongelijk stelt. Wel brengt de redelijkheid met zich dat voorkomen moet worden dat de gemeente in zo’n geval in de proceskosten wordt veroordeeld. Thans wordt het college in beginsel in de proceskosten veroordeeld als de rechter het bestreden besluit vernietigt; alleen in uitzonderlijke gevallen is afwijking van dit uitgangspunt gerechtvaardigd. Deze systematiek zal dan redelijkerwijs moeten worden aangepast.

Vraag6

Wat vindt u van het voorstel om de bestuursrechter extra uitspraakbevoegdheden toe te kennen, zodat hij niet alleen de gemeente, maar ook de private (zorg)aanbieder kan opdragen een handeling te verrichten of na te laten? Wat vindt u van het voorstel de bestuursrechter de bevoegdheid te geven om de private (zorg)aanbieder tot schadevergoeding te veroordelen, los van de gemeente?
Daarmee zijn wij het ten principale niet eens, zie het antwoord op vraag 1. Mocht het gehele geschil niettemin toch aan de orde kunnen komen bij de bestuursrechter – of het nu gaat om een besluit van de gemeente, een andere handeling van de gemeente of een handeling van een private (zorg)aanbieder – dan ligt het in de rede deze uitspraakbevoegdheden (handeling verrichten of nalaten, schadevergoeding) ook te doen gelden ten aanzien van een private (zorg)aanbieder.

Bijlage