Wetsvoorstel goed verhuurderschap
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Dussen
|
Datum
|
11 augustus 2021
|
Vraag1
Wat vindt u van het wetsvoorstel?
Mijn algemene indruk na het lezen van deze stukken is dat het een goede stap in de richting is, nadat eerder de huurbescherming is afgezwakt en procedures bij de Huurcommissie enorme vertragingen hebben opgelopen (zie voetnoot bijlage). Er zijn nog grote stappen te zetten als er wordt gestreefd naar een 'veilig thuis' voor iedereen. Als kritiekpunt: de noodzaak lijkt te zijn afgezwakt door intimidatie, mishandeling en trage afhandeling als incidenten te beschouwen (en niet te toetsen aan art. 6 lid 1 EVRM en art. 22 lid 2 GW), terwijl dat over de bescherming van de verhuurder consciëntieus is nagedacht. De voorgestelde maatregelen zijn erg vrijblijvend voor gemeenten en tonen daardoor weinig ambitie voor de implementatie, m.n. ten aanzien van kleinere gemeenten (bv. in de nabijheid van studentensteden).
Vraag2
Heeft u adviezen ter verbetering van het wetsvoorstel?
Mijn opmerkingen/suggesties hebben betrekking op de Memorie van Toelichting:
1. Bij de opsomming onder 2.1 worden ook niet-gemeentelijke instrumenten genoemd. Dit vertroebelt de conclusie en moet dus m.i. worden vermeden.
2. Mogelijk slechts ten dele terecht, worden intimidatie en mishandeling benoemd als incidenten. De niet-geregistreerde aantallen mensen (geen aangifte/vervolging of stopzetten procedure Huurcommissie) worden daarmee buiten beschouwing gelaten.
3. Pas aan het eind wordt -in relatie tot verhuurders- de grondwet en het EVRM genoemd, maar deze zijn ook van toepassing op/voor huurders.
4. In aanvulling op punt 3 is art. 6:162 BW wel/ook van toepassing op verhuurders. Het terugkerende gebruik van '(mogelijk) onbedoeld en onbewust vormen van ongewenst gedrag' doet bijna anders vermoeden.
Voor de verdere toelichting verwijs ik naar de bijlage.
Bijlage