Wet herziening wettelijke grondslagen kerndoelen
Reactie
Naam | Dr. M. Booden |
---|---|
Plaats | Leiden |
Datum | 6 september 2023 |
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een bericht te uploaden.In de tekst wordt benadruk dat aardrijkskunde deel uitmaakt van tenminste de leergebieden mens en maatschappij en mens, natuur en techniek. Dat is goed en een verbetering t.o.v. gangbare praktijk van indeling onder mens en maatschappij.
Het begrip 'kerndoelen' suggereert dat er nog andere doelen zijn, die niet tot de kern behoren. De lijst loopt nu echter in sommige gevallen tot de letter O, dus over de helft van het alfabet, wat de vraag oproept hoe een school mogelijkerwijs de tijd zou kunnen vinden om iets anders te doen dan deze 'kern-'doelen afwerken. Het is dus eerder een wensenlijst van zo'n beetje alles dat we van scholen willen. Een echte lijst kerndoelen zou zich moeten beperken tot rekenen/wiskunde, taal en kennis van de wereld (mens, maatschappij, natuur). Het is niet vol te houden dat zaken als 'dansen' en 'gedrag in het verkeer' tot de kern behoren van wat leerlingen op school moeten leren.
Vraag2
Burgerschap en Digitale Geletterdheid zijn nieuwe leergebieden in de wet. Dit moet omdat leerlingen hier te weinig over leren. Er worden geen andere leergebieden toegevoegd aan de wet. Andere leergebieden staan er namelijk al in, horen niet bij de taak van het onderwijs of zijn te specifiek om in de wet op te nemen en krijgen daarom een plek in de kerndoelen. Wat vindt u van deze keuze? Indien u van mening bent dat een ander leergebied ook zou moeten worden toegevoegd: welk leergebied zou er dan uit moeten om te voorkomen dat het onderwijs te vol raakt?Het is een goede keuze om niet nog meer toe te voegen dan twee nieuwe leergebieden. De hoeveelheid aandacht die leerlingen hebben verandert tenslotte niet, dus alleen al deze twee erbij betekent voor de andere 7 (?) navenant minder aandacht.
Kunst en cultuur zou het eenvoudigst te schrappen zijn omdat literatuur onvermijdelijk al in de talen zit. Gee
Vraag3
In de tabellen in de memorie van toelichting op de wet staan de verschillen tussen de huidige wetten en de voorgestelde veranderingen.- Passen de gekozen nieuwe begrippen bij alle sectoren? Welke wel/niet en waarom?
Geen mening.
Vraag4
- In sommige gevallen worden begrippen expres niet gelijk gemaakt. Het gaat om:1. Natuur in po en natuurkunde en scheikunde in vo;
2. Lichamelijke oefening in po en lichamelijke opvoeding in vo;
3. Geestelijke stromingen alleen in po;
4. Economie alleen in vo;
5. Gedrag in het verkeer alleen in po.
6. Papiaments alleen in WPO BES en geen Engels bij uitstroomprofiel dagbesteding;
De redenen zijn dat de naam niet past in die sector (1 en 2);
toevoeging aan de andere sector heeft gevolgen voor de lespraktijk (2, 3, 4 en 5 zouden nieuw zijn voor die sectoren); Papiaments hoort bij de regio en Engels is niet haalbaar voor de doelgroep dagbesteding (6).
Wat vindt u van deze keuze?
Geen mening.
Vraag5
- Sommige begrippen zijn geactualiseerd of samengevoegd. Het gaat om:1. Informatiekunde - digitale geletterdheid (ook een verbreding)
2. Verzorging - sociale redzaamheid en gezond gedrag
3. Zintuiglijke en lichamelijke oefening - lichamelijke oefening
Onze inschatting is dat deze begrippen beter beschrijven wat leerlingen moeten leren. Wat vindt u van deze keuze?
Geen mening.
Vraag6
Passen de voorstellen voldoende bij alle onderwijssectoren, in het bijzonder bij speciaal onderwijs en Caribisch Nederland? Met andere woorden: gaat de harmonisatie niet ten koste van de eigenheid van verschillende sectoren?Waarom zou er eigenheid van de sectoren moeten zijn in wat leerlingen leren?
Als het belangrijk is moet iedereen het weten of kunnen.
Als het niet belangrijk is, waarom zou je er dan op school aandacht aan besteden?
Hooguit kun je denken aan de verschillende implementatie van omgevingsonderwijs en leren van/over de leefomgeving tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland, maar in zoveel detail treedt het niet voor zover ik zie.