Hervorming van de huurtoeslag

Reactie

Vraag1

De normhuur gaat erg nadelig uitwerken voor de lage inkomens. De eenmalige verlaging van de huur in 2024 naar 550 euro net iets boven de normhuurgrens gaat dit niet voorkomen. Woningen onder de eerste aftoppingsgrens (633,25) zijn steeds minder beschikbaar. Dit geldt vooral voor nieuwbouwwoningen en bij verhuurmutatie van verduurzaamde woningen (label A of B). Als je door sloop moet verhuizen is er geen aanbod rond de normhuur. De woningen die nu nog voor een redelijke prijs worden aangeboden hebben een energielabel van E, F of G. Binnen 10 jaar mogen er geen woningen meer zijn met deze energielabels. Juist de lagere inkomens hebben vanwege de hoge energieprijzen behoefte aan energiezuinige woningen. Nieuwbouwwoningen zijn kleiner en worden verhuurd boven de eerste aftoppingsgrens of zelfs boven de tweede aftoppingsgrens. Een mismatch van vraag en aanbod. Het gevolg is dat de lage inkomens geen goede woningen kunnen krijgen met een betaalbare huur onder de eerste aftoppingsgrens. Ook zal er weinig doorstroom meer zijn en er zullen meer schulden ontstaan voor mensen die noodgedongen b.v. na sloop toch een duurdere woning moeten aanvaarden boven de normhuur. Als je de normhuur wil laten werken moet dat met een kwalitatief goede woning van b.v. energielabel A gasloos moet dat met een normhuur die gelijk is aan de liberalisatiegrens (763,47), zodat de laagste inkomens ook verduurzaamde woningen en nieuwbouwwoningen kunnen huren, zodat corporaties ten minste 80 procent kwalitatief goede maar ook betaalbare woningen kan aanbieden voor de primaire doelgroep met lage inkomens.