Herziening toezicht advocatuur
Reactie
Naam
|
O. Deelman
|
Plaats
|
's-Hertogenbosch
|
Datum
|
12 augustus 2011
|
Vraag1
Reactie op het concept van de nieuwe regeling van het toezicht op advocaten en daarmee verband houdende wijzigingen
Een eerste aanzet tot reorganisatie maar is dit ook een sprong vooruit of gewoon stilstaan?
Op 6 mei 2011 heeft mevr. G.J. Driessen-Poortvliet op tv het jaarrapport van het Hof van discipline bekend gemaakt, met daarbij de getallen van het aantal ingediende klachten i.v.m. gebrekkig functioneren van advocaten en de daarbij toegepaste straffen.
Nu werd er op de vraag van de interviewer "Hoe verklaard u het toegenomen aantal klachten?", geantwoord dat dit kwam door het mondiger worden van de burgers. Nu dat jaar in jaar uit de mondigheid verhoudingsgewijs zoveel toeneemt is total ongeloofwaardig, veel plausibeler is het dat de kwaliteit van de advocatuur met sprongen achteruit gaat!
Ook hier is het typerend voor de mentaliteit van de NOVA-leden, (inclusief de leden van RvD en HvD) om de schuld gewoonte getrouw in andermans schoenen te schuiven i.p.v. hand in eigen boezem te steken.
Talrijk zijn de voorbeelden van gebreken op het gebied van de onderzoeksplicht en/of verwaarlozing van de kennisvergaringsplicht, zowel door de advocatuur als door de toezichthoudende colleges.
En verandert deze wet iets aan dit plichtsverzuim?
Bewijs beschikbaar op aanvraag.