Wijziging van de Huisvestingswet 2014
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
24 december 2021
|
Vraag1
Wat is uw mening over dit wetsvoorstel?
Rotterdamse regio, 24 december 2021
Reactie in het kader van de internetconsultatie over de wijziging van de Huisvestingswet 2014
De wethouders Wonen van de veertien gemeenten van het Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam (SvWrR) hebben op vrijdag 17 december 2021 met elkaar gesproken over een reactie op het voorstel tot wijziging van de Huisvestingswet 2014. De reactie heeft betrekking op de voorgestelde verruiming voor de toepassing van lokale bindingsvoorwaarden en is in uitgebreide vorm toegezonden aan de Minister van BZK.
Gelijktijdig met het verruimen van de mogelijkheden voor verhuren met voorrang op grond van lokale binding (van 25% naar 30%) wordt een nieuwe/striktere interpretatie van dergelijke verhuringen voorgesteld: ook urgent woningzoekenden en anderen die met behulp van directe bemiddeling in de gemeente aan een woning worden geholpen moeten onder die 30% worden meegeteld. Wat met de ene hand gegeven wordt, wordt direct met de andere hand teruggenomen, en wellicht zelfs nog meer!
Ongeacht of een gemeente graag meer of juist minder ruimte voor lokale binding zou willen zien luidt de reactie in het kort als volgt:
De strakkere interpretatie die ‘in ruil voor’ 5% meer lokale binding wordt voorgesteld
• belast in ernstige mate het voldoen aan de jaarlijks terugkerende taakstelling voor huisvesting statushouders,
• zet een rem op de uit- en doorstroom uit opvangvoorzieningen en Beschermd Wonen-faciliteiten om personen tijdig te begeleiden naar zelfstandig wonen -ook een doorgaande inspanning!- en
• bemoeilijkt talloze andere verhuisbewegingen in het kader van de verantwoordelijkheid voor de volkshuisvesting, zowel voor gemeenten als voor woningcorporaties.
Met enkele berekeningen en ervaringscijfers is voldoende onderbouwd dat de strakkere interpretatie ertoe leidt dat deze normale, reguliere werkzaamheden en verplichtingen in het kader van de volkshuisvesting, al snel 23,5% van de toewijzingsruimte op grond van lokale binding beslaan. Er blijft slechts 6,5% van de 30% over voor verhuringen op grond van lokale binding zoals we die nu kennen.
Om te kunnen voldoen aan de wettelijke norm van 50% voor verhuringen zonder voorwaarden/bindingseisen is de strakkere interpretatie van lokale binding absoluut niet relevant.
Vraag2
Heeft u suggesties ter verbetering van het wetsvoorstel?
Het Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam verzoekt daarom dringend om de strakkere interpretatie niet door te voeren bij de voorliggende wijziging van de Huisvestingswet 2014, en zodoende de huisvesting van bovengenoemde doelgroepen niet mee te tellen bij de wijziging van de ruimte voor lokale binding van 25 naar 30%.
Namens de wethouders Wonen van Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne,
Met vriendelijke groet,
Jan Willem Mijnans,
Voorzitter SvWrR/Wethouder Wonen van Nissewaard
Bijlage