wetsvoorstel Huur en inkomensgrenzen
Reactie
Naam
|
Ronald Van de Pol
|
Plaats
|
Uithoorn
|
Datum
|
7 augustus 2019
|
Vraag1
Er kan gereageerd worden op alle aspecten van dit conceptwetsvoorstel
De opeenvolgende ministers blijven de huurders op de huid zitten met extra huurverhogingen.
Er is krapte op de woningmarkt, dat klopt. Niet alleen op de markt voor betaalbare koopwoningen, maar ook op de markt voor betaalbare huurwoningen. Keer op keer wordt gemeend dat een oplossing voor het tekort aan huurwoningen, het verhogen van de huren dan wel het verlagen van inkomensgrenzen is. Om de huurders te prikkelen om door te stromen. Van groot naar klein bijvoorbeeld. Maar dat lukt dus niet omdat je op een gegeven moment te veel verdient om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning en veel meer zou moeten betalen voor een woning in de vrije sector.
Ik ben geen principiële huurder. Graag had ik gekocht maar dat lukte niet met de hypotheek die ik zou kunnen krijgen, toen gebaseerd op een eenverdiener en later zelfs op twee inkomens.
Nu wordt weer bepaald wat een huurder zou moeten besteden aan woonlasten. De koppeling met de woning wordt losgelaten. Dat de huur een bepaalde hoogte heeft, heeft toch echt te maken met de locatie, staat en omvang van de woning. Daar is ook de puntentelling voor. Waarom inkomensbeleid daarbij betrekken en een grote groep huurders bestempelen als "scheefhuurders?"
Huurders weten al dat bij pensionering de woonlasten een groter deel van het inkomen gaan uitmaken. De huurverhoging wordt dan weliswaar minder, maar de huur op dat moment gaat niet omlaag. Dat is een groot verschil met woningeigenaren, die er voor kunnen zorgen dat hun woonlasten dan juist minder zijn.
Ik zie dus niet in waarom dit wetsvoorstel bijdraagt aan een eerlijkere woonruimteverdeling.