wetsvoorstel Huur en inkomensgrenzen

Reactie

Vraag1

De inkomensgrens voor 1 of meerpersoonshuishoudens moet in dit wetsvoorstel juist hoger worden dan de huidige inkomensgrens van E. 42.436,= per jaar. Daarbij moet worden gehandhaafd dat woningcorporaties 90 % van de leeggekomen woningen toewijst aan mensen die minder verdienen dan de toekomstige inkomensgrens boven de E. 42.436,= per jaar.

De in het wetsvoorstel genoemde 4 inkomensgrenzen moeten worden geschrapt omdat eventuele maandelijkse huurverhogingen ineens van E. 50,= tot E. 100,= per maand niet te doen is voor huurders. Het zou dan gaan om E.600,= tot E. 1200,= per jaar huurverhoging bovenop de maandelijkse huur en jaarlijks herhaalbaar tot voorbij de huurgrens van E. 720,= per jaar: de vaste lasten zijn er ook nog, en is er dan nog genoeg om van te leven.

De uitzonderingen op de inkomensafhankelijke huurverhoging (nu die er toch is) moeten in dit wetsvoorstel blijven gehandhaafd, dus inclusief de AOW 'ers en de grote gezinnen.

Afspraken over inkomensafhankelijke huurverhoging moeten in dit wetsvoorstel uitdrukkelijk komen te liggen bij de overheid en zeker niet bij de verhuurders, en vooral niet bij de particuliere verhuurders, die vroeger al "huisjesmelkers" werden genoemd. Het fenomeen bestaat al te lang. Particuliere verhuurders kunnen met de voorstellen zoals genoemd in het nieuwe wetsvoorstel, de maandelijkse huurprijs van zittende huurders moeiteloos opdrijven tot voorbij de huurgrens van E. 720,= per maand.