wetsvoorstel Huur en inkomensgrenzen

Reactie

Naam Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk wonen van Ouderen (voorzitter LVGO G Verbeek)
Plaats Amsterdam
Datum 5 augustus 2019

Vraag1

Er kan gereageerd worden op alle aspecten van dit conceptwetsvoorstel
Reactie LVGO (Landelijke Vereneiging van Gemeeenschappelijk Wonen van Ouderen) op maatregelen huurmarkt
De LVGO vertegenwoordigt de woongemeenschappen voor senioren. Deze woongemeenschappen bestaan in meerderheid uit sociale huur, al dan niet gecombineerd met koopwoningen. De huidige Woningwet met de huidige inkomensgrenzen maakt het lastig voor woongroepen om nieuwe bewoners aan te trekken omdat mensen met een klein pensioen al snel boven de norm van €38.035 zitten. In een toenemend aantal gevallen vormt dit zelfs een directe bedreiging voor het voortbestaan van de woongroep.

1. We vinden een meer flexibele insteek van de normen voor passend toewijzen zeer terecht. Het is begrijpelijk dat daarbij de norm voor alleenstaanden en meerpersoonshuishoudens varieert. Voor meerpersoonshuishoudens wordt het nu iets gemakkelijker om een sociale huurwoning in een woongemeenschap te betrekken. Voor alleenstaande 50plussers wordt dat iets moeilijker, gelet op het aantrekken van de nieuwe norm.
2. Woongemeenschappen op basis van sociale huur hebben behoefte aan regie over de samenstelling. Die samenstelling moet gemengd kunnen zijn qua opleiding en achtergrond. Inkomen mag geen selectiecriterium en belemmering zijn om mee te doen.
3. Nog steeds veroorzaakt het beleid van passend toewijzen belangrijke problemen voor bestaande groepen in de huursector. Wij willen dat de woningcorporaties waaronder deze erkende groepen vallen de ruimte krijgen om woongemeenschappen te volgen in hun voordracht voor nieuwe bewoners.
4. Dat betekent dat corporaties bij woongemeenschappen gebruik moeten kunnen maken van de vrije ruimte bij de toewijzing op basis van inkomen. Flexibiliteit is belangrijk en kan door het werken met een tweehurenbeleid. Hierbij wordt de hogere huur verlaagd als het inkomen laag is, onder de sociale huurgrens. En verhoogd als iemand een inkomen heeft boven de sociale huurgrens. Daarmee krijgen woongemeenschappen de broodnodige vrijheid om geschikte kandidaten toe te laten
5. Wij zijn van menig dat de flexibiliteit die de minister voorstaat op de huurmarkt ook een meer sociaal en divers beleid locaal dient te bevorderen. Daarom roepen wij de minister van BZK en haar collega van VWS op verdere flexibiliteit mogelijk te maken binnen het systeem van de huurmarkt, en woningcorporaties te vragen om bij bestaande en nieuwe vormen van gemeenschappelijk wonen tot verdere flexibiliteit over te gaan.

Bijlage