Wetsvoorstel wijziging huursomstijging

Reactie

Naam Huurderskoepel HBO Argus (4e heffing: woonlastenstijging onaanvaardbaar E. Schoonman)
Plaats Amsterdam
Datum 8 april 2019

Vraag1

U kunt reageren op alle aspecten van dit concept wetsvoorstel
Doorstijgende woonlasten

De woonlasten van huurders in Nederland zijn sinds 2012 met 14 procent gestegen. Dit is volledig te wijten aan de stijging van de huren. Andere woonlasten, zoals de gemeentelijke belastingen en uitgaven aan energie en water, zijn weliswaar omhoog gegaan maar procentueel minder gestegen. Het kabinet boekt een bezuiniging van 138 miljoen in gedurende de looptijd van het regeerakkoord. Maar nu de wetswijziging met betrekking tot de KAN-bepaling sinds 1 januari 2019 is aangenomen, blijven de effecten ook na 2022 bestaan. Dat betekent dat ook na 2022 de basishuur fors zal stijgen. Corporaties ontvangen inmiddels het tegenovergestelde van staatssteun: via de verhuurdersheffing dragen ze zelfs netto bij aan de staatskas. De sociale huurders hebben er de afgelopen tien jaar telkens een heffing bij zien komen: de verhuurdersheffing, de vennootschapsbelasting en de ATAD (de heffing tegen belastingontwijking). De drie heffingen tezamen belopen nu reeds meer dan 2.5 miljard en dit zal de komende jaren oplopen tot 3 miljard per jaar. Het invoeren van een vierde heffing, namelijk de huurverhoging boven inflatie, is o.i. gelet op de groep op wier kwetsbare schouders deze vierde heffing gelegd wordt, ondenkbaar en onaanvaardbaar.
Amsterdam, 8 april 2019,
Huurderskoepel HBO Argus