Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Bergschenhoek
Datum 23 juli 2023

Vraag1

Graag uw reactie op alle onderdelen van het conceptwetsvoorstel en de toelichting.

Kort en krachtig:
Niet effectief, bureaucratisch en gaat niet effectief zijn in het halen van de gestelde doelen.

Vraag2

De richtlijn gaat er van uit dat de duurzaamheidsrapportering wordt gecontroleerd door de externe accountant die ook de jaarrekening controleert.

De richtlijn bevat een lidstaatoptie die ondernemingen de keuze biedt om een andere accountantsorganisatie de duurzaamheidsrapportering te laten beoordelen dan de accountantsorganisatie die de wettelijke controle van de jaarrekening verricht.

Acht u het wenselijk dat Nederland gebruikmaakt van deze lidstaatoptie? Kunt u uw overwegingen toelichten?

Hierbij kunt u onder andere denken aan effecten voor de accountancymarkt, de keuzemogelijkheid voor bedrijven en de samenwerking tussen de accountantsorganisaties, bijvoorbeeld om te kunnen beoordelen of het bestuursverslag verenigbaar is met de jaarrekening.
Ik zou 'out of de box' de controle willen laten plaats vinden in de natuur door echte biologen en schade experts met milieu advocaten om de betrokken bedrijven aanpakken.
Situatie PFAS vervuiling, uitstoot in IJmuiden, vervuiling oppervlakte water. Het is tijd voor effectieve actie en niet een slap aftreksel om iets te rapporteren door de bedrijven zelf.
Denk beter na over effectieve maatregelen, dan werk verschaffende bureaucratische regels met een daar achteraan hobbelende controleurs, die worden betaald door de opstellers.
Denk goed na, wees concreet en effectief.

Vraag3

De richtlijn duurzaamheidsrapportering biedt lidstaten de mogelijkheid om toe te staan dat een geaccrediteerde onafhankelijke verlener van assurancediensten de duurzaamheidsrapportering beoordeelt. Deze dienstverlener moet aan vereisten voldoen die gelijkwaardig zijn aan de vereisten die gelden voor externe accountants en accountantsorganisaties, bijvoorbeeld wat betreft scholing en de organisatie van werkzaamheden. Indien lidstaten gebruik maken van deze lidstaatoptie, moeten zij op den duur ook dergelijke dienstverleners uit andere lidstaten toelaten. Ook moeten zij de optie doorgeven dat ondernemingen een andere accountantsorganisatie de duurzaamheidsrapportering laat beoordelen dan de accountantsorganisatie die de wettelijke controle van de jaarrekening verricht (zie vraag 2).

Acht u het wenselijk dat Nederland gebruikmaakt van deze lidstaatoptie? Kunt u uw overwegingen toelichten?

Hierbij kunt u onder andere denken aan effecten voor de accountancymarkt, de concurrentiepositie van Nederland, de keuzemogelijkheid voor bedrijven en de samenwerking tussen deze dienstverleners en de accountant die de rest van het bestuursverslag controleert.
De intentie van de wetgeving dat de klimaatdoelstellingen worden gerealiseerd. Ik begrijp ook dat het bedrijfsleven tot op heden vanuit het perspectief van de overheid en wetenschap te weinig heeft gedaan. Maar verandering kost tijd en gun het bedrijfsleven de tijd om dit te realiseren, maar overdrijf niet gelijk met een volledig controle framework om iets te realiseren. Klanten, medewerkers hebben impact op bedrijven en zijn de drijfveer voor besturen om de verandering serieus te nemen.
Net als velen hebben besturen moeite met het begrip "moeten" en "controle om de controle", dit werkt extreem averechts om het goede te doen.
Nu gaat dit absoluut ten koste van het sociale element in het bedrijfsleven en worden sommige functies onuitvoerbaar. Bij een onuitvoerbaarheid door de tijdsdruk van het moeten en de deadlines, biedt controle door een externe partij, die ook wordt betaald door het bedrijfsleven, onvoldoende borging van het daadwerkelijk halen van enig klimaatdoel.
Het wordt een registratie om te registeren en vervolgens te controleren en staat ver van de daadwerkelijke doelstelling.
Het biedt dan wel weer werkgelegenheid voor controleurs, maar zonder de uitvoering slaan ze nog geen deuk in een pakje boter.
Bureaucratie van de hoogste plank met zeer ongewenste situatie op de werkvloer in het bedrijfsleven, terwijl er andere prikkels te geven zijn om het te realiseren doel wel te kunnen halen, waarbij de meting en de controle in de natuur door de 'echte' biologen is te maken i.p.v. de registerende 'manipulerende ' organisaties.