Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Deze wet zal nooit kunnen bereiken wat deze beoogt te doen, namelijk het stoppen van aanzetten tot haat, discriminatie en/of geweld. Mensen die doelbewust de samenleving ondermijnen zullen altijd weer andere wegen vinden om alsnog dit gedachtegoed te verspreiden. Deze wet is dan ook gericht op symptoombestrijding, en niet op het aanpakken van de oorsprong van de haat.

Daarnaast is het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, om objectief vast te stellen wanneer er sprake is van aanzetten to haat, discriminatie en/of geweld. Om een voorbeeld te noemen; sommigen zien religieuze geschriften als een bron van haat en discriminatie, en zullen dus automatisch vinden dat wanneer je kinderen daaruit onderwijst, je hen dan ook automatisch daarmee aanzet tot haat en discriminatie. Anderen zullen deze geschriften uitleggen als liefdevolle regels en geboden die de maatschappij willen bewaren voor moreel verval.

Deze wet geeft de overheid potentieel de mogelijkheid om als in een dictatuur als God te bepalen wat moreel goed of kwaad is. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Macht die misschien vandaag nog niet bedreigend is of misbruikt wordt, kan dat morgen wel zijn. Deze wet geeft de overheid te veel macht, en dat zou deze overheid zelf ook niet moeten willen. De overheid is er tenslotte ook voor bescherming van iedereen, ook minderheden.

Als de overheid aanzetten tot haat, discriminatie en geweld wil tegengaan, moet ze gericht ageren tegen de specifieke bronnen waar die haat dan vandaan komt. Tussen overheid en burgers moet een vorm van vertrouwen zijn. Van beide kanten, niet alleen vanuit de burger. Waar dat aanwijsbaar misgaat, moet doelgericht opgetreden worden. En niet op voorhand iedereen wantrouwen en overgaan tot een instrument waarmee potentieel iedereen onder controle kan komen te staan.