Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Hasselt
|
Datum
|
23 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Kritiek op de Wet Toezicht Informeel Onderwijs
Het voorgestelde wetsvoorstel roept fundamentele bezwaren op over de vrijheid van geloofsovertuiging, de scheiding tussen kerk en staat, en de onlogische en risicovolle handhavingsmechanismen:
1. Vrijheid van geloofsovertuiging
De wet beperkt de vrijheid om geloof te onderwijzen door toezicht en strenge regels op te leggen aan informeel onderwijs. Dit kan ertoe leiden dat legitieme religieuze opvattingen onterecht als problematisch worden aangemerkt, wat in strijd is met artikel 6 van de Grondwet en artikel 9 EVRM.
2. Scheiding tussen kerk en staat
De overheid krijgt directe invloed op de inhoud van religieus onderwijs, wat de neutraliteit ondermijnt en religieuze gemeenschappen ontmoedigt in hun vrije geloofsuitoefening. Dit doorbreekt een cruciaal beginsel van onze rechtsstaat.
3. Eenzijdige aanpak van discriminatie
Het wetsvoorstel richt zich disproportioneel op specifieke religieuze gemeenschappen, zoals moslims, terwijl er geen effectieve maatregelen worden getroffen tegen haat en discriminatie richting deze groepen. Dit creëert een gevoel van ongelijkheid en versterkt het risico op stigmatisering.
4. Onlogische en misbruikgevoelige toepassing van ‘redelijk vermoeden’
De wet staat toezichthouders toe om in te grijpen op basis van een “redelijk vermoeden” van overtreding. Dit criterium is vaag en biedt ruimte voor misbruik en willekeur. Zonder harde bewijslast kunnen meldingen, bijvoorbeeld ingegeven door vooroordelen of persoonlijke conflicten, voldoende zijn om een onderzoek te starten. Dit ondermijnt rechtszekerheid en schept een sfeer van wantrouwen, vooral richting minderheden.
5. Overige bezwaren
• Het ruime toezicht tast de privésfeer aan en creëert risico’s op willekeur door brede definities en subjectieve oordelen.
• Het wetsvoorstel heeft een stigmatiserend effect en lijkt onevenredig gericht op religieuze minderheden.
Hoewel de intentie van de wet, het beschermen van kinderen, begrijpelijk is, leidt deze tot schending van grondrechten, schept ongelijkheid, en introduceert een onlogische en misbruikgevoelige handhavingsstructuur die schade aan de samenleving en het vertrouwen in de overheid kan toebrengen.