Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Kamber Sener K Sener
Plaats Amsterdam
Datum 2 december 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Met het wetsvoorstel Toezicht op informeel onderwijs dreigt de overheid een verregaande inbreuk te maken op fundamentele rechten, zoals de vrijheid van religie, onderwijs, vereniging en privacy. Dit voorstel heeft ingrijpende gevolgen voor de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, en roept serieuze vragen op over de proportionaliteit en rechtsstatelijkheid van het beleid.

Mijn bezwaren tegen dit wetsvoorstel zijn als volgt:

Schending van fundamentele rechten:
Het voorstel tast essentiële grondrechten aan, waaronder de vrijheid van godsdienst, het recht op onderwijs en het recht om vrijelijk verenigingen op te richten en daaraan deel te nemen. Deze rechten zijn verankerd in zowel de Nederlandse Grondwet als internationale verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

Onzekerheid en wantrouwen door registratie:
Het verplicht registreren van persoonsgegevens creëert onnodige angst en wantrouwen binnen gemeenschappen. Dit kan leiden tot discriminatie en een gevoel van stigmatisering, vooral bij religieuze minderheden.

Willekeurige handhaving door onduidelijke definities:
De onduidelijkheid over wat precies onder "informeel onderwijs" valt, opent de deur naar willekeurige interpretaties en handhaving. Dit creëert rechtsongelijkheid en maakt het risico op misbruik van bevoegdheden groter.

Belemmering van identiteitsontwikkeling:
Religieus onderwijs speelt een cruciale rol in de persoonlijke en culturele identiteitsontwikkeling van kinderen. Door streng toezicht of zelfs verbod op te leggen, worden essentiële elementen van dit proces bedreigd.

Bedreiging van onderwijs in religieuze en culturele instellingen:
Het voorstel zet onderwijs in moskeeën, kerken en verenigingen onder druk, wat een ongewenste inmenging vormt in het recht op geloofsbeleving en gemeenschapsvorming.

Ik roep de wetgever op om dit voorstel te heroverwegen en in lijn te brengen met de beginselen van de rechtsstaat, de scheiding van kerk en staat, en de fundamentele vrijheden die onze democratie beschermen.