Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Beste,
Ik wil mijn bezorgdheid uitspreken over het wetsvoorstel "toezicht op informeel onderwijs". Dit voorstel dreigt de fundamenten van onze rechtsstaat en de bescherming van grondrechten aan te tasten. De redenen waarom dit voorstel moet worden verworpen zijn als volgt:

Bestaande wetgeving is voldoende: De wet biedt al middelen voor de politie en de burgemeester om in te grijpen bij schadelijke scholing in informele instellingen. Het wetsvoorstel voegt weinig toe en leidt enkel tot extra bureaucratie.
Vrijheid van meningsuiting: Docenten in informele onderwijsinstellingen moeten hun recht op vrije meningsuiting behouden. Het voorstel kan dit recht belemmeren door overheidsbemoeienis met het onderwijsaanbod.
Ongelijke focus op islamitisch onderwijs: Hoewel het voorstel voor alle informele onderwijsinstellingen geldt, lijkt de nadruk te liggen op islamitisch onderwijs. Dit kan leiden tot onterecht stigmatiseren van een specifieke groep en is disproportioneel.
Schending van fundamentele rechten: Het wetsvoorstel zou de vrijheid van onderwijs en godsdienst beperken, rechten die in onze Grondwet zijn vastgelegd. Dit staat haaks op de principes van een democratische rechtsstaat.
Onterecht toezicht op informeel onderwijs: Het voorstel wil informele onderwijsvormen onderwerpen aan toezicht, terwijl deze niet onder de formele onderwijswetgeving vallen. Dit druist in tegen de scheiding tussen formeel en informeel onderwijs.
Schending van de Scheiding van Kerk en Staat: Het wetsvoorstel biedt de inspectie de mogelijkheid om kerken en andere religieuze instellingen te betreden, wat ingaat tegen de Grondwettelijke scheiding van kerk en staat.
Inbreuk op de vrijheid van godsdienst: Door geen rekening te houden met artikel 6 van de Grondwet, wordt de bescherming van godsdienstvrijheid in gevaar gebracht.
Gezien deze bezwaren verzoek ik u om dit wetsvoorstel niet verder te behandelen, aangezien het de rechtsstaat en de bescherming van fundamentele rechten ondermijnt.

Met vriendelijke groet,
Mw. K. Yildirim