Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Geachte Minister,

Met deze reactie wil ik mijn bezwaar uiten tegen het wetsvoorstel voor toezicht op informeel onderwijs aan kinderen van 4 tot en met 17 jaar. Hoewel de doelstelling om haat, geweld en discriminatie tegen te gaan begrijpelijk is, gaat dit voorstel fundamenteel in tegen grondrechten, creëert het meer problemen dan oplossingen en is het in de praktijk onuitvoerbaar.

Schending van grondrechten

Het voorstel vormt een directe inbreuk op de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van vereniging en vergadering, zoals vastgelegd in artikel 23 en artikel 8 van de Grondwet. Ouders hebben het recht om zelf keuzes te maken in de opvoeding en het onderwijs van hun kinderen. Dit wetsvoorstel impliceert een wantrouwen richting informele initiatieven en opent de deur naar ongewenste staatsinmenging in de privésfeer.

Disproportioneel en stigmatiserend

De voorgestelde wetgeving richt zich op een zeer kleine groep potentiële overtreders, maar legt een zware last op álle aanbieders van informeel onderwijs. Dit is een disproportionele maatregel die goedbedoelde initiatieven ontmoedigt en onnodige bureaucratie creëert. Daarbij bestaat het risico dat bepaalde gemeenschappen gestigmatiseerd worden, wat bijdraagt aan polarisatie in de samenleving. Het wantrouwen dat dit voorstel zaait is schadelijk voor de sociale cohesie.

Onuitvoerbaar en ineffectief

De Inspectie van het Onderwijs heeft al een grote verantwoordelijkheid binnen het formele onderwijs. Het uitbreiden van toezicht naar informeel onderwijs, vaak kleinschalig en divers van aard, is praktisch onhaalbaar. Het voorstel geeft bovendien geen duidelijke criteria voor "vermoedens" van haat, geweld of discriminatie, wat willekeur en misbruik in de hand werkt.

Alternatieven

Repressieve maatregelen zijn niet de oplossing. De overheid zou moeten investeren in preventieve initiatieven, zoals samenwerking met informele onderwijsaanbieders, voorlichting en dialoog met betrokken gemeenschappen. Dit versterkt wederzijds begrip en bevordert een inclusieve samenleving zonder inbreuk te maken op grondrechten.

Conclusie

Het wetsvoorstel is onnodig, onevenredig en schadelijk. Ik roep u op om af te zien van dit voorstel en te kiezen voor alternatieven die recht doen aan de vrijheid van ouders en kinderen en bijdragen aan een samenleving gebaseerd op vertrouwen en respect.