Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam L Voorthuijzen
Plaats Sliedrecht
Datum 21 november 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Ik maak bezwaar tegen dit wetsvoorstel.

Allereerst omdat het een vergaande verruiming is van de toezichthoudende taak van de overheid of een door haar aangestelde inspectie. De definitie van informeel onderwijs is namelijk zo ruim dat het raakt aan iedereen die meer dan incidenteel met kinderen en jongeren omgaat. Het overdragen van kennis, vaardigheden of attitudes is daarbij al snel aan de orde. Alleen de thuissituatie wordt daarvan uitgezonderd. Maar wie wekelijks een potje schaakt met zijn buurjongen op een pleintje valt er al wel onder, als er sprake is van willen leren. Daarmee dringt de overheid diep binnen in de leefwereld van de burgers. Dat wordt ook erkend in de toelichting, maar om pragmatische redenen wordt dat principiële punt opzij geschoven. Dat gaat veel te gemakkelijk.
Daar komt bij dat, ten tweede, er ruimte wordt geboden aan natuurlijke personen om vermoedens bekend te maken. Het grote aantal malen dat het woord vermoeden in de memorie van toelichting voorkomt duidt aan welke grote rol dat in het voorstel inneemt. Vervolgens moet dat dan met ondersteunend bewijs worden aangevuld, maar daar kunnen dan de media weer een rol in vervullen. In een polariserende samenleving wordt hiermee een klimaat geschapen van verdachtmakingen, die mits er maar voldoende supporters zijn voldoende signaalkracht hebben voor de inspectie. Dat kunnen ook complottheorieën zijn die door de media worden opgepakt. Maar juist de spreiding van verantwoordelijkheden die deze wet kent over inspectie, lokale overheden en natuurlijke personen biedt een voedingsbodem voor complottheorieën.
Dit wetsvoorstel wordt niet alleen betrokken op het aanzetten tot haat en verheerlijken van geweld maar zelfs discriminatoire opvattingen die vrijheidsbeperkend zijn worden eronder begrepen. De toelichting bakent deze wel af in lijn met de EVRM, maar in combinatie met de hierboven genoemde inmenging in de leefwereld van burgers kan dat leiden tot een ongewenste inperking van de vrijheid van geweten en meningsvorming. Levensbeschouwelijke overtuiging kan immers schuren met het anti-discriminatie beginsel. Dat is eigen aan een samenleving. Door nu het overdragen van die overtuiging (los van de mate en wijze waarop die in het handelen tot uiting komt) al onder toezicht te willen stellen vindt er een gevaarlijke verandering plaats in de verhouding van de grondrechten. Dat is het derde en meest vergaande bewaar tegen dit wetsvoorstel.