Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Bezwaar tegen de "Wet toezicht informeel onderwijs"

We maken bezwaar tegen deze wet omdat deze te veel vrijheid beperkt en niet duidelijk genoeg is. Volgens de Nederlandse Grondwet (artikel 23) hebben mensen recht op vrijheid van onderwijs, en de wet mag niet zomaar deze vrijheid of het recht op privacy (artikel 10 Grondwet) aantasten.

De wet beschrijft informeel onderwijs op een veel te brede manier. Daardoor kunnen gewone activiteiten, zoals huiswerkbegeleiding of culturele lessen, onterecht onder toezicht vallen. Dit ontmoedigt mensen om kennis en vaardigheden te delen en beperkt hun vrijheid. Volgens Europese regels (artikelen 8 en 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) mag een wet alleen rechten inperken als dat echt nodig is, en dat is hier niet goed onderbouwd.

Ook zijn de regels in de wet onduidelijk. Het verbod om "aan te zetten tot haat, geweld of discriminatie" (artikel 3) is goed bedoeld, maar kan ervoor zorgen dat ook onschuldige meningen verkeerd worden uitgelegd. Bovendien mogen toezichthouders al ingrijpen als ze een "redelijk vermoeden" hebben (artikel 5). Dat geeft hen te veel ruimte voor eigen interpretaties en zorgt voor onzekerheid.

Een ander probleem is dat mensen anoniem meldingen kunnen doen (artikel 7). Dit kan leiden tot valse beschuldigingen, met ernstige gevolgen voor de betrokkenen. De wet houdt hierdoor niet genoeg rekening met eerlijkheid en zorgvuldigheid, wat juist erg belangrijk is in onze rechtsstaat.

We vragen daarom om deze wet te herzien. Er moeten duidelijkere en eerlijkere regels komen die beter passen bij de rechten die we in Nederland hebben.