Wet toezicht informeel onderwijs
Reactie
Naam
|
S. Mohammadi
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
14 november 2024
|
Vraag1
Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Deze wet roept bij ouders, aanbieders van informeel onderwijs en onderwijsorganisaties bezwaren op, en ik licht graag toe waarom ik tegen deze wet ben.
Allereerst beperkt de WTO de vrijheid van onderwijs, die in Nederland grondwettelijk verankerd is. Ouders hebben het recht om hun kinderen op te voeden en te onderwijzen volgens hun eigen waarden en levensbeschouwing. Door toezicht te plaatsen op informeel onderwijs, zoals thuisonderwijs en kleinschalige programma’s, wordt deze vrijheid ingeperkt. Veel ouders vrezen dat de wet hun keuzevrijheid beperkt in de opvoeding en educatie van hun kinderen.
Daarnaast leidt de WTO tot grotere invloed van de overheid op informeel onderwijs. Hierdoor kunnen unieke vormen van onderwijs onder druk komen te staan, wat ten koste gaat van diversiteit en creativiteit, aspecten die juist kenmerkend zijn voor informeel onderwijs. Initiatieven die bijvoorbeeld experimentele of innovatieve methoden toepassen, lopen het risico te verdwijnen door de eisen die de wet stelt.
De wet creëert ook een grotere administratieve last voor aanbieders van informeel onderwijs. Veel kleinschalige initiatieven, vrijwilligersorganisaties en religieuze of culturele programma’s hebben niet de middelen om aan de extra eisen te voldoen. Deze organisaties zouden daardoor gedwongen kunnen worden te stoppen, terwijl zij juist een waardevolle aanvulling vormen op het reguliere onderwijs.
De voorgenomen rol van de Onderwijsinspectie roept eveneens vragen op. Informeel onderwijs vraagt om een flexibele aanpak die rekening houdt met de diversiteit binnen deze sector. Strak toezicht past hier niet bij en kan het unieke karakter van informeel onderwijs ondermijnen.
Tot slot beperkt de wet mogelijk de ruimte voor innovatie en experimentatie in het onderwijs. Informeel onderwijs biedt vaak de ruimte om vernieuwende methoden te testen, zonder de druk van standaardregels. De WTO kan deze vrijheid wegnemen, wat op termijn vernieuwing en ontwikkeling in het onderwijslandschap belemmert.
Samenvattend ben ik van mening dat de WTO de diversiteit en vrijheid in ons onderwijssysteem bedreigt. In plaats van rigide toezicht zou de overheid kunnen kiezen voor ondersteunende maatregelen die de kwaliteit waarborgen zonder de kernwaarden van informeel onderwijs aan te tasten.