Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik heb bezwaar tegen deze wetsvoorstel. Dit gaat tegen de grondwet in op vrijheid van geloof.

1. Beperking van de vrijheid van onderwijs
Artikel 23 van de Grondwet garandeert de vrijheid van onderwijs in Nederland. Deze wet kan als een beperking worden gezien, omdat het de overheid een grotere rol geeft in het reguleren van informele educatie.
Het toezicht door de Inspectie op informeel onderwijs kan leiden tot een verschuiving waarin de overheid impliciet de inhoud van het onderwijs beïnvloedt, zelfs bij vormen van onderwijs die bedoeld zijn als alternatieven voor het reguliere systeem.
2. Vage criteria en subjectieve signalen

Het criterium "signalen van haat, geweld of discriminatie" is vaag en open voor interpretatie. Dit kan leiden tot willekeur in de handhaving en mogelijk misbruik van deze bevoegdheden.
Wat voor de ene persoon als "aanzetten tot haat" wordt gezien, kan voor een ander als vrijheid van meningsuiting gelden. Dit maakt het moeilijk om objectief te handhaven.
3. Risico op discriminatie van minderheidsgroepen
Informeel onderwijs wordt vaak georganiseerd door religieuze of culturele minderheden. Het invoeren van streng toezicht kan worden gezien als een vorm van discriminatie of stigmatisering van deze groepen.
De focus op mogelijke overtredingen kan een gevoel van wantrouwen creëren bij minderheden, wat hun vertrouwen in de overheid en de inspectie kan schaden.
4. Overbelasting van de Inspectie van het Onderwijs
De Inspectie heeft al veel verantwoordelijkheden binnen het reguliere onderwijs. Het uitbreiden van hun bevoegdheden naar informeel onderwijs kan leiden tot capaciteitsproblemen, waardoor de kwaliteit van het toezicht in het reguliere onderwijs kan afnemen.
Informeel onderwijs is vaak divers en kleinschalig, waardoor het lastig is om hierop effectief toezicht te houden zonder onevenredig veel middelen in te zetten.
5. Onderdrukking van innovatieve en alternatieve onderwijsvormen
Veel vormen van informeel onderwijs zijn gericht op het bieden van een alternatief voor het reguliere systeem, bijvoorbeeld homeschooling of kleine coöperaties van ouders. Het opleggen van toezicht en sancties kan deze initiatieven ontmoedigen, terwijl ze juist een belangrijke aanvulling kunnen zijn op het reguliere onderwijs.
Dit kan innovatie en diversiteit in onderwijs onderdrukken, wat nadelig is voor het leren van kinderen met specifieke behoeften.

Bijlage