Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Het Wetsvoorstel Toezicht Informeel Onderwijs is niets minder dan een wig drijven binnen de samenleving. Ook roept het bij mij grote bezorgdheid op, vooral omdat het de vrijheid van godsdienst en levensbeschouwing die centraal staat in veel informele onderwijsinitiatieven, bedreigt. Veel informele onderwijsinstellingen richten zich op specifieke godsdienstige of levensbeschouwelijke vormen van onderwijs, waarbij de vrijheid van onderwijzen en leren in een open, niet-reguliere setting essentieel is. Dit wetsvoorstel legt administratieve lasten en toezichtsmaatregelen op die niet passen bij de flexibele, persoonlijke benadering die deze instellingen kenmerkt.

Mijn bezwaar is dat dit voorstel juist die vrijheid zou inperken, door godsdienstige en levensbeschouwelijke leeromgevingen te dwingen zich aan rigide, formele regels te houden. Dit staat haaks op de grondwettelijke vrijheid van onderwijs en de vrijheid van godsdienst. Veel van deze initiatieven bieden alternatieven voor reguliere onderwijsvormen, waar jongeren in een veilige en betekenisvolle context hun geloof kunnen verdiepen, zonder angst voor overmatige regulering die de essentie van hun leeromgeving aantast.

In plaats van toezicht dat enkel gericht is op controle en administratieve processen, zou de focus moeten liggen op het waarborgen van de vrijheid van godsdienst en de ruimte voor alternatieve onderwijsvormen. Dit wetsvoorstel dreigt een belemmering te worden voor de vitaliteit van deze vormen van onderwijs, die juist zo belangrijk zijn voor de diversiteit en pluriformiteit van ons onderwijssysteem.