Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Naar mijn mening staat dit wetsvoorstel op gespannen voet met diverse grondwettelijke bepalingen:
* vrijheid van vergadering
* vrijheid van meningsuiting
* vrijheid van godsdienst
Deze grondwettelijke rechten beogen o.a. dat de Staat zich niet bemoeit met de inhoud van samenkomsten vanuit het maatschappelijk middenveld. Omdat de overheid haar inwoners niet wantrouwt, maar juist vertrouwt (zolang er geen concrete vermoedens zijn van een (poging tot) misdrijf en/of van een bedreiging van de staatsveiligheid).
Daarom staat dit voorstel, naar mijn gevoelen, op gespannen voet met de rechtsstatelijkheid.
In 1948 schreef Orwell zijn boek "1984" over een beklemmende staat die de hele samenleving controleert. Helaas is dit in diverse landen, zoals China, realiteit. Naar zo'n Orwelliaanse situatie moeten we zeker niet toe!
Helaas zie ik in dit wetsvoorstel een (kleine, maar wel zorgelijke) stap naar meer overheidscontrole op het maatschappelijke middenveld.
Wat wordt de volgende stap? Gaat de overheid toezicht houden op vergaderingen van politieke partijen? Of op gedrukte media?
Natuurlijk begrijp ik dat er ongewenste uitwassen kunnen zijn waarvan de wens bestaat dat die worden aangepakt.
Daarom zou mijn advies zijn: beperk deze wet expliciet tot situaties van informeel onderwijs waarbij sprake is van aantoonbare (inhoudelijke of organisatorische) beïnvloeding vanuit buitenlandse overheden en/of organisaties. Bij voorkeur wordt de wet beperkt tot beïnvloeding vanuit landen waarin de vrijheid van meningsuiting en vergadering niet naar behoren functioneren. Dat maakt het mogelijk om bijv. anti-democratische beïnvloeding vanuit bijv. China of Iran via informeel onderwijs adequaat aan te pakken, zonder in conflict te komen met grondwettelijke rechten.
De waarden van de democratische rechtsstaat veiligstellen is een nobel streven, maar het is niet geloofwaardig om daarvoor de basisrechten van diezelfde rechtsstaat te verminderen.