Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Deze wet stuit op stevige bezwaren van ouders, aanbieders van informeel onderwijs en onderwijsorganisaties. Graag leg ik uit waarom ik tegen deze wet ben.

Allereerst vormt de WTO een directe bedreiging voor de vrijheid van onderwijs, een grondrecht in Nederland. Ouders hebben het recht om hun kinderen op te voeden en te onderwijzen volgens hun eigen overtuigingen en waarden. Door toezicht op informeel onderwijs, zoals thuisonderwijs en kleinschalige programma’s, in te voeren, beperkt de wet deze fundamentele vrijheid. Veel ouders vrezen dat hun keuzevrijheid wordt aangetast.

Daarnaast versterkt de WTO de invloed van de overheid op informeel onderwijs, wat schadelijk is voor diversiteit en creativiteit – kenmerken die juist de kracht zijn van informeel onderwijs. Innovatieve en experimentele onderwijsvormen lopen het risico te verdwijnen door de opgelegde eisen. Dit ondermijnt initiatieven die een waardevolle aanvulling bieden op het reguliere systeem.

Ook legt de wet een zware administratieve last op informeel onderwijs. Kleinschalige initiatieven, vrijwilligersorganisaties en culturele of religieuze programma’s beschikken vaak niet over de middelen om aan deze eisen te voldoen. Hierdoor dreigen juist de organisaties die een unieke bijdrage leveren te verdwijnen.

Verder is de voorgestelde rol van de Onderwijsinspectie problematisch. Informeel onderwijs vraagt om maatwerk en flexibiliteit, afgestemd op de diverse vormen en behoeften binnen deze sector. Strikt toezicht past hier niet bij en dreigt het unieke karakter van informeel onderwijs te schaden.

Tot slot belemmert de wet innovatie en experimentatie in het onderwijs. Informeel onderwijs biedt ruimte om vernieuwende methoden te testen, vrij van de beperkingen van standaardregels. De WTO kan deze cruciale vrijheid wegnemen, wat de ontwikkeling van het onderwijslandschap ernstig kan vertragen.

Kortom, de WTO vormt een bedreiging voor de diversiteit, vrijheid en innovatie binnen ons onderwijs. In plaats van rigide controle zou de overheid moeten kiezen voor ondersteunende maatregelen die kwaliteit waarborgen, zonder de kernwaarden van informeel onderwijs aan te tasten.