Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 24 november 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
- Op grond van de huidige wetgeving is het al mogelijk voor onder meer de politie
en de burgemeester om in te grijpen bij informele onderwijsinstellingen.
Strafvervolging kan plaatvinden. Bijvoorbeeld als het gaat om (bewezen)
antidemocratische, anti-integratieve of antirechtsstatelijke scholing.
- Het wetsvoorstel wordt algemeen ingestoken, maar richt zich in de praktijk op
islamitisch informeel onderwijs en is gezien bewezen signalen niet proportioneel.
- Het beperken van informeel onderwijs zoals verwoord in de voorgestelde wet
raakt aan en is moeilijk verenigbaar met relevante nationale en internationale
grondrechten die onlosmakelijk onderdeel zijn van de democratische rechtsstaat,
zoals de vrijheid van en het recht op onderwijs, vrijheid van vereniging en
de vrijheid van godsdienst.
- Op informele scholing zijn de huidige onderwijswetten niet van toepassing, De
Inspectie is daarom niet bevoegd toezicht te houden. De minister wil informeel
onderwijs laten vallen onder de reikwijdte van artikel 23 Grondwet, zodat ook
dat soort onderwijs kan worden onderworpen aan toezicht. Artikel 23 lid 2
Grondwet is echter alleen van toepassing op leerplichtig onderwijs (openbaar,
bijzonder of in samenwerkingsscholen) binnen het publiek bestel, waarvan geen
sprake is bij informeel onderwijs.
- Het wetsvoorstel druist in tegen de Scheiding van Kerk en Staat, waarin is
vastgelegd dat de staat niet treedt in de interne organisatie van
kerkgenootschappen en - voor zover van belang - de inhoud van belijdenissen en
godsdienstonderwijs.
- Er wordt niet verwezen naar artikel 6 Grondwet (vrijheid van godsdienst en
levensovertuiging) omdat er hier is gekozen om op Europees recht (artikel 9
EVRM; vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst) in te gaan, met als
argumentatie dat de rechter formele wetgeving wel kan toetsen aan het Europese
recht en niet aan de Grondwet (zie artikel 120 van de Grondwet). De idee
achter artikel 120 Grondwet is nu juist dat de wetgever en niet de rechter - het
best in staat is om een wet(svoorstel) te toetsen aan de Grondwet.
- Bescherming van grondrechten moet in een democratische rechtsstaat ruim
worden opgevat, in plaats van beperkt. Dat rijmt op geen enkele manier niet met
het onder signaalgericht overheidstoezicht stellen van infomeel (religieus)
onderwijs.

Bijlage