Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Hierbij tekent het toezichthoudend bestuur van een basisschool bezwaar aan tegen het voorstel voor de wet informeel onderwijs.
Deze wet is disproportioneel, omdat dit geen rekening houdt met de scheiding van kerk en staat en de vrijheid van godsdienst, meningsuiting, normen en waarden inperkt. In het geval van informeel onderwijs wat strijdt met de rechtsorde of aantoonbaar haatzaaiend is, is er voldoende wetgeving om dit te bestrijden. Deze wet is hiervoor absoluut niet nodig. Bovendien gaat de onderwijsinspectie niet over informeel onderwijs. Uitbreiding met de bevoegdheid voor de onderwijsinsectie is disproportioneel onacceptabel in het kader van bovengenoemde vrijheden zoals in de grondwet vastgelegd (o.a. artikel 1 en 23).
Scholen en kerken verliezen hiermee de vrijheid om de Bijbelse boodschap zonder reserves door te geven aan jongeren. Hoewel de wet bedoeld is om uitwassen tegen te gaan, opent de brede reikwijdte van het wetsvoorstel de deur voor ongewenst toezicht op gewone kerkelijke activiteiten en Bijbels genormeerd onderwijs op scholen. Dit vormt een ernstige inbreuk op de vrijheid van godsdienst, onderwijs en vereniging