Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik wil hierbij mijn bezwaar uitspreken tegen het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs. Als persoon hecht ik groot belang aan mijn grondwettelijke recht om mijn kind op te voeden volgens mijn eigen overtuigingen en waarden. Dit recht is verankerd in artikel 23 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat het recht op privacy en gezinsleven beschermt.

Het voorstel om informeel onderwijs onder overheidstoezicht te plaatsen, zie ik als een directe inbreuk op deze fundamentele rechten. Ouders hebben primair de verantwoordelijkheid en vrijheid om te bepalen hoe hun kinderen worden opgevoed en welke vorm van onderwijs daar het beste bij past. Het verplicht stellen van registratie of toezicht lijkt niet alleen disproportioneel, maar ook in strijd met de diversiteit en autonomie die onze samenleving kenmerkt.

Daarnaast maak ik me zorgen over de onduidelijkheid en reikwijdte van het wetsvoorstel. Wat precies onder "informeel onderwijs" valt, wordt niet goed gedefinieerd, waardoor dit voorstel in de praktijk kan leiden tot een bureaucratische last en onnodige inmenging in gezinsleven en kleinschalige initiatieven. Het risico bestaat dat gezinnen, religieuze groeperingen en andere gemeenschappen die waarde hechten aan hun eigen onderwijsprincipes, hierdoor worden benadeeld.

Ik vraag u dan ook dringend om dit voorstel te heroverwegen en te zoeken naar alternatieven die ruimte bieden voor ouderlijke autonomie, terwijl eventuele misstanden op een gerichte en proportionele wijze worden aangepakt. Het beschermen van de rechten van het kind en het ondersteunen van ouders kunnen beter worden gewaarborgd door samenwerking en dialoog in plaats van regulering en controle.