Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Dit voorstel is in strijd met de fundamentele rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet en in strijd met de universele rechten van de mens. Het gaat in tegen de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst de vrijheid van onderwijs. Het is daarbij niet relevant of dit formeel of informeel onderwijs betreft. De genoemde vrijheden impliceren dat mensen de vrijheid hebben hun kinderen op te voeden conform hun godsdienstige overtuiging.
Als de overheid zich gaat mengen in de inhoud van het informeel onderwijs zijn we op weg naar een totalitaire staat waar de overheid bepaalt waar kinderen onderwijs in krijgen. Met de wet wil de staatssecretaris een instrument hebben om in te grijpen als er sprake lijkt te zijn van uitwassen zoals haatzaaien en verheerlijking van geweld. Hiervoor heeft de overheid echter voldoende andere instrumenten om in te zetten. Onderwijs op Chinese weekendscholen en de inmenging van de Chinese overheid daarbij is een probleem dat in alle sectoren een probleem vormt omdat China probeert voet aan de grond te krijgen in Europa. Dat is een probleem van een andere orde.
De reikwijdte van deze wet is veel te breed en raakt de privésfeer van een grote groep gelovige Nederlanders buitenproportioneel. Het zou goed zijn om het nut en de reikwijdte kritisch tegen het licht te houden. Het wetsvoorstel discrimineert gelovigen. Het lijkt een krampachtige manier om liberaal gedachtengoed op te leggen en af te dwingen dat dit de norm wordt in plaats van ruimte te houden voor geloofsovertuigingen van alle Nederlanders inclusief christenen, moslims, joden, Hindoestanen enz.
De overheid doet er goed aan dit wetsvoorstel niet in te dienen.