Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Den Haag
Datum 22 november 2024

Vraag1

Wilt u reageren op het Wetsvoorstel Toezicht informeel onderwijs dan kunt u hier een reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten en/of door een bericht te uploaden.
Het wetsvoorstel ‘Wet toezicht informeel onderwijs’ vormt een ernstige aantasting van fundamentele rechtsstatelijke principes, met name de vrijheid van onderwijs (art. 23 Grondwet) en de vrijheid van religie (art. 9 EVRM). Door registratie- en rapportageverplichtingen op te leggen, wordt de autonomie van religieuze en informele onderwijsinstellingen indirect beperkt. Dit creëert niet alleen een ongerechtvaardigde inbreuk op deze grondrechten, maar draagt ook bij aan een sfeer van controle en wantrouwen jegens instellingen die al kwetsbaar zijn binnen het publieke debat.

De rechtsstaat dient juist in tijden van maatschappelijke polarisatie te functioneren als beschermer van minderheden en als waarborg voor gelijke rechten. Dit wetsvoorstel, dat religieuze instellingen disproportioneel raakt, doet het tegenovergestelde en lijkt ingegeven door een algemene sfeer van wantrouwen. Dit strookt niet met de beginselen van gelijkheid en rechtvaardigheid waarop onze rechtsstaat is gebouwd.

Het huidige maatschappelijk klimaat vraagt om moreel leiderschap: leiderschap dat juist is gebaseerd op rechtvaardigheid, inclusiviteit en het herstel van vertrouwen tussen gemeenschappen en de overheid. Dit wetsvoorstel geeft echter blijk van wantrouwen en controlerende intenties, wat leidt tot verdere vervreemding van gemeenschappen.

Wantrouwen kan alleen worden bestreden met vertrouwen, en onrecht kan slechts worden bestreden met rechtvaardigheid. Het introduceren van extra toezicht zonder concrete aanleiding impliceert dat informeel onderwijs een inherent risico vormt, wat een vorm van institutioneel wantrouwen en onrecht is jegens religieuze en culturele gemeenschappen. In plaats van dit te versterken, zou de overheid zich moeten inzetten voor samenwerking en dialoog, waarbij rechtvaardigheid en wederzijds respect centraal staan.

Het wetsvoorstel zet de fundamenten van onze rechtsstaat onder druk. Dit moment vraagt om beleid dat een brug slaat tussen overheid en gemeenschappen, niet om beleid dat muren opwerpt. Vertrouwen en rechtvaardigheid moeten leidend zijn in wetgeving, en dit voorstel getuigt daar niet van.

Ik dring er sterk op aan dat het wetsvoorstel wordt ingetrokken of herzien, met als uitgangspunt het versterken van wederzijds vertrouwen en het waarborgen van rechtsstatelijke principes. Betrek gemeenschappen actief bij de beleidsvorming en ontwikkel een aanpak die inclusief, rechtvaardig en proportioneel is.