Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel regelt toezicht op organisaties die doorgaans op basis van BW 2 beschermt zijn ("recht op vereniging"), zolang de openbare orde niet in het geding is. De staatssecretaris zei dat 'als kinderen worden aangezet tot discriminatie of haat en daarmee worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving kunnen we hier op dit moment vrijwel niks tegen doen'. Vrijwel niets betekent dus tegelijkertijd dat er wel wat aan te doen valt. Het strafrecht is er duidelijk over.
Het grote probleem is dat de overheid zich, zeker in de huidige polariserende samenleving en populistische politiekpraktijk, kan ontwikkelen tot een soort staatspolitie. Een Big Brother Is Watching You die naarmate het politieke speelveld wijzigt een zekere willekeur kan ontwikkelen. De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst zal hierdoor zeker in het geding komen. De uitvoerbaarheid zal verder ook een kolossaal probleem worden, alleen al voor de vele rechterlijke procedures over het gelijkheidsbeginsel die dit gaat opleveren. Vooral in combinatie met de huidige praktijk dat in vrijwel alle gevallen demonstraties met gewelddadige en haat zaaiende leuzen wel gehonoreerd worden. Het is daarom raadzaam met gebruik van de huidige mogelijkheden in wet- en regelgeving de sterke uitwassen te bestrijden en daarnaast een eerlijke discussie op gang brengen over de rangorde en conflicten binnen de klassieke grondrechten. Dit wetsvoorstel is daartoe ongeschikt en dient zo snel mogelijk ingetrokken te worden.