Wet toezicht informeel onderwijs

Reactie

Vraag1

Ik ben het niet eens met dit wetsvoorstel, omdat het een disproportionele inmenging vormt in de vrijheid van religie en onderwijs, zoals vastgelegd in de Grondwet. Hoewel het begrijpelijk is dat haat, geweld en discriminatie voorkomen moeten worden, is de voorgestelde aanpak te vergaand en legt deze onnodige beperkingen op aan informele onderwijsinitiatieven, waaronder religieus onderwijs.

Dit wetsvoorstel schept een sfeer van wantrouwen tegenover informele en religieuze onderwijsinstellingen, terwijl de meeste van deze instellingen juist positieve waarden als respect, tolerantie en saamhorigheid overbrengen. Het risico bestaat dat religieuze en culturele gemeenschappen zich hierdoor minder vrij voelen om hun tradities en overtuigingen door te geven, wat schadelijk is voor de diversiteit in onze samenleving.

Bovendien biedt de huidige wetgeving al mogelijkheden om haatzaaiende of discriminerende praktijken aan te pakken. Het is niet nodig om de vrijheid van informele onderwijsinstellingen verder in te perken. In plaats daarvan zou de overheid kunnen investeren in samenwerking en dialoog met deze instellingen om eventuele zorgen op te lossen.

Ik roep de wetgever op om het belang van grondrechten en de positieve impact van informeel en religieus onderwijs te respecteren en dit wetsvoorstel te heroverwegen.